Het Gentse trio Linde zet met ‘Cold sore’ een puur akoestische debuutplaat neer zonder elektronische snufjes. Het enige noodzakelijke is eerlijkheid. De oprechte teksten van zangeres Linde Muylaert doen vaak onze wenkbrauwen ophalen en worden ondersteund door Jef De Smet op percussie en Jeroen Huyzentruyt op gitaar. Met passages van een Russische balalaika, Aziatische fluit en Mongoolse zangtechnieken wordt je verwachtingspatroon geleidelijk aan verscheurd tot kleine stukjes.
“I wanted someone to sleep with, now I have to fuck myself again,” klinkt het eerlijk en glashelder in opener ‘Bookshelves’. Hoewel haar verlangen naar genegenheid niet wordt gehoord, blijft de zangeres hoopvol: “I want a partner that builds me bookshelves and brings me tea”. De gitaarbegeleiding is folky en volstaat. Net zoals het kale, repetitieve baslijntje op ‘Evaporate’. Onverwachts haalt Muylaert er een rituele Mongoolse zangtechniek boven, iets waar ze zich als studente zang (PXL Hasselt) in verdiepte. We zijn geen kenners maar overtuigend klinkt het wel. ‘With love’ begint al even spiritueel en passievol, nu met een duistere ondertoon. Het is geschreven uit het standpunt van een opblaaspop die het niet erg vindt zich te onderwerpen zolang ze maar geliefd wordt. Het gekke thema wordt weerspiegeld in de bevreemdende achtergrondgeluiden die uiteindelijk tot een apotheose komen.
Persoonlijke frustraties worden zachtjes neergelegd op ‘Eggs’. Met less-is-more in het achterhoofd verkent Muylaert al zingend de song en met een krachtige stem zingt ze “sometimes I believe you care”. Titelnummer ‘Cold sore’ heeft iets meer body dan de overige songs en breidt het instrumentarium voorzichtig uit met bas, piano en backings. Een terugkerend thema op dit debuut is het lage zelfbeeld die Muylaert steeds achtervolgt. “I love having herpes” mag dan ook niet te letterlijk genomen worden. We noteren dit nu wel als de meest aparte liedtekst van het jaar. Na een spoken word gaat het trio verder met ‘Fuck me’ waarop woede een muzikale uitlaatklep krijgt. Bovenop een krakende en wringende improvisatie op allerlei instrumenten schreeuwt Muylaert het bijna uit: “fuck me and fuck you”. Haar Engels accent is niet altijd even best maar dat maakt de oprechtheid net krachtiger.
De Mongoolse zangtechniek keert terug in het rustige ‘Camelsong’ en ‘Konguroi’, een cover van de populaire Tuvaanse groep Huun Huur Tu. Bij geen enkele andere Belgische band zou dit passen op een debuut, bij Linde dus wel. Na het iets conventionelere ‘Leave’ – het bevat een “stabiele” drum – drijft het trio de onrust op in ‘Unknown track’. “You take me for granted and then you take me afterwards” is nog een liedtekst die ons zeker zal bijblijven.
De eigenzinnigheid van Linde komt ook tot uiting in de fysieke release van ‘Cold sore’. Geen cd’s of vinyl maar een op gerecycleerd papier gedrukt lyricboekje met downloadlink en foto’s van Carmen de Vos. Het bewijst andermaal het zelfbewustzijn van de groep; ze weten welke richting ze uit willen, ook al is die niet de meest voor de hand liggende. ‘Cold sore’ is dan ook geen grote trukendoos maar verrast net door de creatieve veelzijdigheid en pakkende eenvoud.