De weg van psychedelische folkmuzikante naar een carrière als tandarts moet wel een uiting zijn van Gods ondoorgrondelijke wegen. Dat is zonder twijfel hoe Linda Perhacs haar onwaarschijnlijke levensloop zal uitleggen. In de naweeën van de Summer of Love bracht Perhacs in 1970 ‘Parallellograms’ uit. Het was een pure plaat vol etherische folksongs ontdaan van alle franjes die op het moment van de release echter niet de nodige aandacht kon losweken. Ontgoocheld in de muziekbusiness trok ze zich daarna terug in haar tandartsenpraktijk waar ze tot haar pensioen werkte.
Doorheen de jaren ging ‘Parallellograms’ een geheel eigen leven leiden en langzaamaan bereikte de lp een zekere cultstatus. Begin deze eeuw leidde dat tot een uitgave van een cd bij een obscuur indielabel. Ze waren er zelfs in geslaagd de mastertapes van Perhacs te krijgen. Deze langspeler vond zijn weg tot bij allerlei artiesten gaande van Devandra Banhart over Thurston Moore tot zelfs Daft Punk. Die aandacht zorgde ervoor dat Linda Perhacs helemaal terug opgevist werd. En kijk, 44 jaar later ligt eindelijk een opvolger onder naam ‘The soul of all natural things’ in de winkel. Met de hulp van singer-songwriters Chris Price en Fernando Perdomo werd een album klaargestoomd dat verschijnt op het Asthmatic Kitty label van Sufjan Steven.
Was het de moeite waard om na zoveel tijd met een opvolger op de proppen te komen? Wat in positieve zin opvalt is zonder meer de vocale souplesse van Linda Perhacs. Doorheen de jaren heeft haar stem niets van de breekbare kracht uit de beginjaren verloren. Ze kiest ook niet voor de gemakkelijkste weg. De nummers worden gedragen door niet alledaagse melodieën en samenzang die sobere gearrangeerd wordt. Hier wordt geen noot te veel gespeeld. Die feeërieke, dromerige harmonieën vormen de directe brug met ‘Parallellograms’ en verklaart zonder twijfel de aantrekkingskracht op de freak folk scene. Een song als ‘Intensity’ weet door die psychedelische sfeer en repetitieve opbouw de aandacht van de luisteraar naar zich toe te trekken.
Bij daarop volgende luisterbeurten dringen de teksten zich op en daar loopt het wat ons betreft mis. Linda’s poëzie klinkt al snel als een verzameling hippie-wijsheden die God en natuur verheerlijken. Perhacs wijdt zonder schroom uit over mystieke ervaringen die haar doorheen de jaren overkomen zijn. Daarbij laat ze vooral geen moment onbenut om te vertellen hoe God haar bron van inspiratie is en wil ze die boodschap ook graag delen met de rest van de mensheid. ‘River of God’ is daar het meest expliciete voorbeeld van. Het is een mystieke hymne over de stem van God die haar roept. Laat het nu net die prekerige toon zijn die ons afstoot. Bij ons roept dat net herinneringen op aan de schoolse bezinningsdagen waarbij er via “hedendaagse muziek” een band gezocht werd met de jeugd.
Linda Perhacs levert zonder twijfel een oprecht album af vol mooie folksongs. Als je zweert bij mystieke muziek terwijl je biologisch geteelde quinoa-salade voor de catechese klaarmaakt dan is dit absoluut hemels voor je. Dit is de ideale soundtrack om te mijmeren over een betere wereld tussen de geurkaarsen. Als daarentegen één van de elementen uit bovenstaande beschrijving niet bij je past dan vermoeden we dat je ‘The soul of all natural things’ eerder zal klasseren als easy-listening. Misschien is het in dat geval beter om je te beperken tot die verborgen classic uit 1970.
Website Linda Perhacs
Album verdeeld door Konkurrent