Eén plus één is twee. Al krijgen we de laatste tijd soms zo’n vruchtbare collabs in onze schoot geworpen dat we durven zweren dat de uitkomst bij momenten meer is. Toen we hoorden dat de wonderboy van de post-klassiek, Olafur Arnalds, en Janus Rasmussen (Bloodgroup) de handen in elkaar sloegen, deden we dan ook een vreugdedansje, hopend op het meesterwerk dat de brug zou slaan tussen elektronica en post-klassiek. De naam ‘Kiasmos’ en de mistige hoes met een vreemd teken in reliëf, doen een haast proggy ambitie verwachten. Denk echter niet richting ‘Darkside the sequel’. Dit debuut is integendeel uiterst minimaal en sfeervol. Doorheen trage elektronica priemen akoestische instrumenten (strijkers, piano’s…). De delicate productie laat de post-klassieke structuren naadloos overvloeien in elektronische texturen.
Tot zover het goede nieuws; achter de kosmische effectjes gaapt helaas een onpeilbare leegte. Ambitie hebben de heren te over, goede ideeën te weinig. Iedere glimp van een motief wordt ad infinitum uitgeperst. Repetitieve structuren kunnen echter niet boeien als er geen sterke gedachten aan ten grondslag liggen. Zorgen op de eerste helft van de plaat vonkjes van post-klassieke interventies nog voor enige lichtpuntjes, dan wordt de tweede helft gedomineerd door rudimentaire elektronica. Nummers als ‘Bent’ hebben weinig meer te bieden dan logge, eindeloos herhaalde beats met een mystiek sausje. Het totaal kan nog het best dienen als achtergrondmuziek voor een te lange, te cleane bedrijfsfilm. Vaak functioneert deze muziek optimaal als er niet aandachtig naar moet geluisterd worden. Het muzakspook loert om de hoek.
De ravijn tussen elektronica en post-klassiek is moeilijk te dichten. Deze lap muziek van ruim zestig minuten geeft hiertoe een aanzet, maar kan finaal de kloof niet overbruggen. Was het ledigheid? Was het overmoed? We geven wat punten voor durf, maar bijna geen voor uitvoering. Soms is één plus één blijkbaar minder dan twee.
Album verdeeld door Konkurrent.