Waar ze nogal perfectionistisch en gedegen omsprong tijdens het maken van haar debuut, leert Kelly Lee Owens in het licht van haar tweede album los te laten. Dat was niet enkel het geval in de studio maar evenwel tijdens het schrijven van haar nummers en privé. In interviews blijkt de benadering van het album het gevolg te zijn van het verlies van haar grootmoeder en het beëindigen van een destructieve relatie. Op ‘Inner song’ laat ze zowel zichzelf als de luisteraar full circle komen over de afgelopen drie jaar van haar leven.
Symbolischer dan de manier waarop Owens de plaat opent, doet weinig aan het toeval vermoeden dat het album vertrekt vanuit een gitzwarte periode uit haar leven. Radioheads altijd emotie-opwekkende ‘Weird fishes / arpeggi’ wordt herleid tot de essentie van het nummer waarbij de twinkelende synths je als het ware terug naar de oppervlakte lijken te brengen na een mentaal bijzonder diepe plons in een ijskoud meer.
In het daaropvolgende ‘On’ horen we Owens meeslepende stem eens niét verdrongen worden onder technogestamp of allerhande filters. Owens klinkt gedetermineerd om uit dit dal te klimmen en to move on waarbij ze zich in de tweede helft van het nummer ook geruisloos maar zeker waagt aan een stukje tegel op de dansvloer. De reden waarom ze haar stem nu wél in de spotlight durft te zitten, kwam er na een ontmoeting met Four Tet – iemand waar ze heel veel respect voor heeft en wiens invloed op sommige momenten in het album voelbaar is – die haar een duwtje in de rug gaf na haar gezien te hebben net voor hijzelf moest optreden.
Ook in ‘L.I.N.E’ (kort voor love is not enough) weerklinkt haar stem glashelder vergezeld door prettige droompop instrumentatie terwijl de inhoud van haar teksten iets minder hoopvol klinken als ‘On’. Ze verhaalt over haar stukgelopen en toxische relatie waarbij ze niet langer terug deinst voor de dingen die liefde kunnen doen; “Love is not enough alone / Alone“, klinkt ze mistroostig. Al werkte het wegschrijven van het trauma naar eigen zeggen louterend. Het hypnotiserende doch groovy ‘Re-wild’ en het pulserende ‘Night’ doen daar nog een schep empowerment bovenop waarbij ze zichzelf na het meemaken van die traumatische periode zichzelf terug lijkt te vinden en rust vind in alleen kunnen zijn.
Niet alleen tekstueel leert ze los te laten, evenwel productioneel is er soms plaats voor onstuimigheid. ‘Melt’ is een klassieke four on the floor technostamper met ijzige vocals die wat doen denken aan Kedr Livanskiy. De betekenis achter het nummer is echter een oproep tot actie voor het klimaat. Ze heeft er zelfs enkele samples in gestoken van klotsende ijsschotsen en andere typisch Antarctische geluiden.
De 35 dagen durende retraite in de Londense studio van Daniel Avery, bracht Owens in het reine met zichzelf en haar verleden. We horen haar op ‘Inner song’ langs haar meest eerlijke kant en dat voel je doorheen de spaarzaam uitgekozen teksten die ze over het album heeft uitgezaaid. Het constante balanceren tussen introspectie en het openlijk uiten van vrijgewonnen emoties lag zelden zo dicht bij elkaar als op dit album.