Wanneer werd jouw geweten voor het laatst geschopt? Als je daar langer dan drie seconden over moet nadenken, dan staat Kate Tempest gereed om je er eentje te trappen. Platonische trapjes, dat wel, maar recht in je radijzen. Dat Tempest wat te vertellen heeft, ontdekten we reeds op haar debuut ‘Everybody down’. Daarop fulmineerde ze haar sceptische wereldvisie voor het eerst als zangeres, begeleid door weinig meer dan wat synths en een goed afgestelde drumcomputer. Een traditionele zangeres is ze evenmin; ze schuurt dichter aan bij het spoken word-circuit en is ook een begenadigd dichteres. Een Mercury Prize-nominatie en enkele dichtbundels later is er nu haar tweede muzikale wapenfeit, ‘Let them eat chaos’, waarop ze al haar talenten vermengt. Die veelzijdigheid maakt haar een van de interessantste figuren binnen de Britse scene die genrehokjes weet te doorbreken – kijk maar naar haar plekje op de line-up van het Sonic City-festival.
Laat je niet misleiden door de titel, want er is weinig chaos te horen op dit album. De beats zijn killer en spaarzamer, het tempo ligt over het algemeen wat lager. Da’s nodig, want de teksten die ze voordraagt eisen al je aandacht op. Je kan je best even comfortabel zetten voor je eerste luisterbeurt, waarin je aanvankelijk de indruk krijgt dat Tempest de toekomst allesbehalve rooskleurig inziet. Desondanks zijn er ook enkele – zij het kleine – lichtpuntjes verspreid over het album, en hier en daar kan je zelfs wat zwartgallige humor ontdekken. Muzikaal schippert ze tussen de Britse hiphop zoals we die kennen van The Streets en de spoken word performances van Henry Rollens – zij het dan met minder fucks en minder vingertjeswijzen. Nooit klinkt ze zeurderig of belerend, daarvoor zijn er te veel verschillende nageltjes om op te hameren.
Aan onderwerpen om kwaad over te zijn heb je in 2016 geen gebrek, en we zijn blij dat Tempest haar rol van verontwaardigde artieste met verve vervult. In de doofpot gestoken schandalen, middelenmisbruik, de illusie van wereldvrede en religie, asociale media: allemaal passeren ze de revue en worden ze scherp aangekaart. Van jeugdig idealisme kan je de bijna 31-jarige Londense evenmin betichten. Ze heeft ondertussen wel genoeg levenservaring om haar cynisme te kaderen, om verhalen uit haar omgeving te plaatsen en deze gevat in haar muziek te kanaliseren. Ze verheft nooit haar stem, en toch voelt het aan alsof ze haar woede uitschreeuwt. “Europe is lost. America: lost. London: lost. Still we are clamoring victory. All that is meaningless rules. We have learnt nothing from history.” klinkt het over een kletterende jungle-beat in het bijtende ‘Europe is lost’. Het stuiterende ‘Whoops’, waarin ze het onvermogen van haar leeftijdsgenoten om voor zichzelf te zorgen aanklaagt, zou dan weer zonder enige aanpassingen door Mike Skinner gebracht kunnen worden.
Het zijn wederom de teksten waarmee Tempest zich het hardst laat gelden. Voorlopig is het nog moeilijk om deze terug te vinden en na te lezen, al hopen we dat er bij het album een neerslag wordt gevoegd om ze tijdens het luisteren mee te kunnen volgen. Of wie weet worden ze als poëziebundel uitgebracht, zodat je de salontafel van wat maatschappijkritiek kan voorzien. Het heeft weinig zin om ze hier stuk voor te stuk te beschrijven. Wel kunnen we zeggen dat er voor ieder een behoorlijke portie herkenbaarheid in schuilt. ‘t Is een vrij zware dobber geworden, maar een welkome vuist naar al degenen die verder dansen terwijl de wereld in brand staat. “Let them eat chaos.”
Album verdeeld door Caroline.
Kate Tempest speelt 11 november in Reflektor (info & tickets) en 12 november in De Kreun tijdens het uitverkochte Sonic City festival (info).