Iedereen is het er ondertussen wel over eens dat het internet onze muziekbeleving voorgoed veranderd heeft. Plots hebben Jan en alleman een veel ruimere toegang tot allerlei verschillende genres, wat resulteert in diverse kruisbestuivingen en obscure artiesten die in pre-digitale tijden nooit een publiek zouden bereiken. Stilaan beginnen er echter ook muzikanten op te rijzen waarbij de link met het internet nog explicieter wordt. Enter JPEGMAFIA, de rapper wiens vocabularium onbegrijpelijk is voor mensen die niet dagelijks op het wereldwijde web te vinden zijn. Omdat wellicht niet iedereen bekend is met woorden als thot, cuck en waifu die Peggy om de haverklap rondstrooit, zullen er in deze recensie waar nodig zo veel mogelijk links naar definities en andere referenties toegevoegd worden.
Naar aanleiding van het album verwees de rapper consequent naar zijn nieuwe telg als een “teleurstelling”. Hoewel we absoluut niet ontgoocheld zijn door het resultaat, is deze uitspraak toch niet volledig van de pot gerukt. JPEGMAFIA laat immers een grote stilistische shift horen op deze plaat. Waar hij vorig jaar op doorbraakalbum ‘Veteran’ zich nog leek te focussen op scherpe, agressieve raps, laat de rapper hier een veel grotere diversiteit horen, met vaak veel softere doch enorm creatieve tracks tot gevolg. Neem bijvoorbeeld openingsnummer ‘Jesus forgive me, I am a thot’, waarop de bekende furie in sporadische uitbarstingen wel te horen is, maar die voor de rest bestaat uit zwoele gitaartjes en Peggy zelf die in sensuele autotune croont over zaken als “smh no asmr”.
De focus op veel meer melodische zanglijnen valt doorheen het de hele plaat op, maar kent toch nog enkele expliciete hoogtepunten. Zo horen we in ‘Free the frail’ -een nummer over de stress die gepaard gaat met het uitbrengen van je eigen materiaal- zowaar een a capella strofe van gastzangeres Helena Deland, een moment van onironische meligheid dat op de vorige releases van de rapper nog ondenkbaar was. Een andere, geestigere uitschieter op dit vlak is ‘BasicBitchTearGas’, wat niet meer of niet minder is dan een herinterpretatie van TLC’s monsterhit ‘No scrubs’.
Op instrumentaal vlak vallen er echter nog veel meer verrassingen te ontdekken. Neem bijvoorbeeld het fuzzy, naar shoegaze neigende ‘Rap grow old & die x no child left behind’ of het enorm psychedelische ‘Beta male strategies’. Peggy is zich zelf ook bewust van het grote verschil tussen dit album en zijn vorige werk, waarop hij met een dikke knipoog het hardste nummer ‘JPEGMAFIA type beat’ heeft genoemd. Het voorlaatste nummer heet overigens ‘Buttermilk Jesus type beat’, wat een veel zachter nummer is. Buttermilk Jesus is een bijnaam die de rapper zichzelf geeft, dus op deze manier lijkt de transformatie naar een nieuwe JPEGMAFIA compleet te zijn.
‘All my heroes are cornballs’ voelt vaak aan als een muzikale collage, waarin de verschillende uiteenlopende ideeën elkaar in sneltempo opvolgen. Op die manier imiteert de sound van het album de extreem vluchtige internetcultuur waar zo gretig naar gerefereerd wordt. Zowel de plaat als het internet overdonderen je met een overvloed aan impulsen waardoor alles een grote brij wordt waarin alles verschillende betekenissen kan krijgen of net volledig betekenisloos kan worden.
Die internetcultuur is op verschillende manieren belangrijk op de plaat. Eerst en vooral bevat het album ontelbaar veel tongue in cheek referenties naar wat er speelt in de digitale wereld. Op het lacherige, opschepperige ‘Kenan vs. Kel’ horen we bijvoorbeeld “Niggas waitin’ on the Peg like I’m droppin’ Yandhi” of is het einde van de title track een sample van een van Peggy’s vrienden die een burger bestelt, een thema dat al in menig absurdistische meme ter sprake kwam. Ook het einde van Post-verified lifestyle verdient een shoutout. Hierin heeft de rapper een heel kort stukje uit een Taylor Swift-song genomen en zo vervormd dat het klinkt als “Damn Peggy”, een autoreferentiële uitspraak die doorheen zijn volledige oeuvre te horen is.
Er wordt ook regelmatig verwezen naar de stijl van zijn collega-rappers van de 21e eeuw. Doorheen het album zijn vele verschillende adlibs te horen, waarmee hij traprappers als Lil Pump lijkt te parodiëren. Het beste voorbeeld hiervan hoor je in het razende begin van ‘Post-verified lifestyle’, waarin hij de triplet flow van artiesten als Migos overneemt. Nog interessanter is het eerste refrein op afsluiter ‘Papi I missed u’, waarop hij de waanzinnige flow uit ‘Disappointed’ lijkt te imiteren, de afsluiter van Death Grips’ Year of the Snitch dat vorig jaar uitkwam. Het is bekend dat de rapper het niet apprecieert om afgeschilderd te worden als een Death Grips-kopie, dus deze knipoog is ook best ironisch te noemen.
Het is hem bij JPEGMAFIA echter niet enkel om shitposten te doen wanneer hij naar de virtuele wereld verwijst. De belangrijkste politieke ontwikkelingen doen zich al lang niet meer voor in de kamer maar in de ondergrondse krochten van anonieme fora, en het is vooral deze wereld die de volle lading krijgt. Hij verwijst regelmatig naar “alt-right basement dwellers”, op ‘Beta male strategies’ richt hij zijn pijlen op keyboard warriors die zich op twitter veel stoerder voordoen dan ze echt zijn en op ‘Papi i missed u’ geniet hij van een lekkere slok “redneck tears”, een omkering van het bekende ‘leftist tears’ dat ook door sommige binnenlandse politici is overgenomen. “The left can’t meme” is een leuze die vaak in nieuwrechtse kringen galmt, maar met zijn heerlijke sardonische stijl biedt JPEGMAFIA hier een muzikaal antwoord op.
Het woordenaantal op deze review begint al de spuigaten uit te lopen, maar weet dat we hier slechts het topje van de ijsberg blootgelegd hebben. ‘All my heroes are cornballs’ is een indrukwekkende symbiose van vorm en inhoud waarbij zowel muzikaal en tekstueel evenveel te ontdekken valt als tijdens een sessie “eindeloos doorklikken op Wikipedia”. Naast de rijke en regelmatig erg grappige inhoud, wordt puur muzikaal ook het experiment totaal niet geschuwd. Of deze plaat de tand des tijds zal overleven is gezien het extreem actuele karakter ervan nog maar de vraag, maar in het huidige jaar 2019 kunnen we er alvast niet genoeg van krijgen.