“Niet stilstaan bij het verleden maar genieten van het heden.” Menig fan van de Amerikaanse singer-songwriter John Grant heeft weinig boodschap aan deze boeddhistische wijsheid. Vervuld van weemoed en saudade mijmeren ze over de tijd waarin ‘Drug’ van Grants voormalige band The Czars een Duysterklassieker werd. Smachtend naar wat nooit meer zal terugkeren leggen ze nog eens zijn grenzeloos melancholische solodebuut ‘Queen of Denmark’ op, een traantje wegpinkend bij klassiekers als ‘Marz’ of ‘Where dreams go to die’.
Grant onderging echter het lot dat eerder ook al Sufjan Stevens en Bon Iver dwong het roer om te gooien, in de hoop niet tot in de eeuwigheid vergeleken te worden met respectievelijk ‘Illinoise’ of ‘For Emma, forever ago’. Net als die illustere voorbeelden deden met ‘The age of adz’ of ‘Bon Iver, Bon Iver’ vulde Grant zijn in wezen mooie popliedjes op met vette synths en een lading electronica. Het leverde hem veel scepsis op vanwege de fans van het eerste uur, maar evengoed heel veel respect van wie open stond voor meer avontuur.
Het hielp ook dat ‘Pale green ghosts’ en ‘Grey tickles, black pressure’ goede platen waren, zij het nooit voor de volle honderd procent overtuigend. Het hielp nog meer dat John Grants warme stem nu eenmaal een van de mooiste van het muzikale universum is en een matige song als een wereldsong doet klinken.
Tot spijt van wie het benijdt: een terugkeer naar het geluid van ‘Queen of Denmark’ is de nieuwe ‘Love is magic’ geenszins. Integendeel, Grant klinkt avontuurlijker en speelser dan ooit tevoren. Luister naar de alle kanten op stuiterende opener ‘Metamorphosis’ en leg dit naast ‘Marz’ en je gelooft niet dat dezelfde artiest hiervoor verantwoordelijk is. We wisten wel al dat Grant excentriek en theatraal is (zie alleen al de albumhoes), maar na tig luisterbeurten weten we nog steeds niet wat we hiervan moeten denken. Binnen pakweg een decennium vinden we dit een wereldsong ofwel een absoluut non-nummer.
In dezelfde categorie horen het geile ‘He’s got his mother’s hips’ (die titel alleen al) of het daarop volgende ‘Diet gum’, waarin hij naast het parlando in de strofes zijn stem als een robot laat klinken in het refrein. Misschien licht hij hier zelf wel een tipje van de sluier op (“I manipulate, that’s what I’m doing to you“). ‘Preppy boy’ teert op een funky baslijn en verkiest humor boven melancholie (“If you’ve got an opening, I am unemployed”). Het mag dan wel niet de eerste keer zijn dat Grant zich op dergelijk glad ijs begeeft, deze keer glijdt hij wat ons betreft toch enigszins uit.
Gelukkig is er ook de meer typische Grant-zwaarmoedigheid verpakt in warme synthesizers en dito drumcomputers. ‘Love is magic’ is een uitstekende single, al komt hij ietwat voorspelbaar uit de hoek door “magic” op “tragic” te laten rijmen. ‘Tempest’ zit vol elektronica en een Depeche Mode-achtige synthesizer maar werkt beklemmend. ‘Is he strange’ is vintage John Grant – inclusief prachtig refrein en heerlijke piano-aanslagen – en afsluiter ‘Touch and go’ – een ode aan Chelsea Manning – is een pianoballad zoals hij er al meerdere op zijn palmares heeft staan.
‘Love is magic’ is gedurfd, origineel en ambieert meer afwisseling te bieden dan een hele editie van Pukkelpop. ‘Love is magic’ haalt evenwel jammer genoeg het niveau van zijn voorgangers niet. Mochten we de mens niet zo sympathiek vinden en hem zijn joie de vivre niet voluit gunnen, we zouden bijna wensen: mogen zijn demonen – zijn HIV-positief zijn en zijn moeilijke relatie met alcohol en zijn homoseksualiteit – in de toekomst terug opspelen.
John Grant speelt op 21 november in Trix in Antwerpen.