Finland, ergens op de grens van de grauwe seventies met de nog grauwere eighties. Uit een kelder komt een schriel, bleek mannetje gekropen. Zijn knokige gestalte verraadt ongezonde eetgewoonten, zijn lange, treurende manen een totale afwezigheid van haarhygiëne. “Aaaaargh zonlicht”. In zijn hand houdt hij een cassetje vast. “Eindelijk af!”, stamelt hij, voor hij krachteloos instort. Maandenlang bivakkeren achter een primitieve synthesizer is uitputtend.
Wie is dit? Jaakko Eino Kalevi doet alleszins veertig minuten lang zijn wanhopige best om ons te doen geloven dat hij deze man is. De pose van Scandinavische zonderling (zijn verleden van kleurloze tramchauffeur wordt in iedere tekst over hem tot in den treure opgeharkt) blijkt onhoudbaar, althans toch wanneer ironische fun vervalt in verveling.
We waren nochtans hoopvol. Na het horen van single ‘Deeper shadows’ propten we spontaan onze dikste gebreide sokken in een valies, klikten we winterbanden aan ons vehikel en boekten we een one way ticket richting Finland. Quirky synthriedels kunnen zo verleidelijk zijn. We keerden echter, met onze van wollen garderobe uitpuilende koffers, van een kale reis terug. Op het einde van de rit blijkt Jaakko Eino Kalevi’s derde een slag in het water, of beter, een pijnlijke smak op het Finse ijs. Scandinavische humor, denk aan het onderkoelde sfeertje van ‘The man without a past’, is blijkbaar beperkt houdbaar zodra het songmateriaal begint tegen te slaan.
Hebben we ons dan niet geamuseerd op onze post-ironische trip? O jawel. Op ‘Don’t ask me why’ prevelt Jaakko wollige Finse frasen op onovertroffen deadpanwijze. ‘Hush down’ is een in de foutste seventiesregionen verdwaalde brok europop. Op afsluiter ‘Ikuimen purkautumaton jännite’ laat Kalevi zijn spacy zelf helemaal gaan. Deze fun zit allemaal in de staart van de plaat.
Banale minuten gaan helaas de pret vooraf. Het handvol songs opgehangen aan een opzettelijk cheesy loungebehang, gaat bijvoorbeeld gauw vervelen. Hoe indringend een dergelijke sound kan zijn, toonde Gary Wilson nochtans, op ‘You think you really know me’, een plaat die echt in een kelder werd opgenomen. Omdat Eino obsessie vervangt door spielerei, is flauwheid helaas ons deel. Ook als Jaakko rechttoe rechtaan pop tracht te maken, zakt hij door het Finse ijs. Het geheel valt dus, net als zijn maker, wat bleekjes uit.
Eino kan pientere songs schrijven en heerlijk knipogen. Beide kaarten tegelijk trekken gaat deze bleeksmoel echter niet goed af. Misschien moest hij zich volledig in de complexloze pop, of volledig in de droogkomische waanzin hebben gestort. De huidige formule meer laten rijpen kon ook een optie zijn. Nu is het resultaat mossel noch vis, hoewel niet van kwaliteiten gespeend. De opzettelijk knullige synthsound is pienter. De sporadisch opduikende vrouwenvocalen weten te behagen. Hier zijn kundige handen aan het werk geweest.
Dat een plaat zich in landenclichés laat samenvatten, in plaats van in muzikale termen, stemt ons echter niet vrolijk. Als kers op de ironische taart nog even dit: Jaakko woont tegenwoordig in Berlijn… Kinderen van deze geglobaliseerde wereld zien duidelijk geen graten in het schaamteloos exploiteren van het clichébeeld van hun geboortegrond.
Album verdeeld via V2