Dat Jinte Deprez kan zingen, wisten we uiteraard al langer. Met Balthazar is hij ondertussen een gevestigde waarde in het indielandschap. Al staat hij ook niet stil. ‘Contigo’, zijn tweede album intussen, prikkelt de aandacht. Ondanks de toenemende concurrentie in het alternatieve genre, weet J. Bernardt zich niet enkel te onderscheiden, maar zelfs te verrassen.
‘Rio’ opent het album met uitsluitend muziek, geen zang. Misschien een gewaagde keuze vandaag de dag om een album aan te vatten met een instrumentale track. Toch kunnen we het nummer zeker smaken. Het zet bovendien de toon voor een plaat die zowel hedendaags als tijdloos aanvoelt – waar dansbare melodieën afgewisseld worden met bijna cinematografische muziek. Zo zit ‘Taxi’ boordevol ritme en voelt het toch relaxed. J. Bernardt brengt een eigenzinnige mix van de poppy klanken uit Balthazar en Hozier. Ook ‘Left bathroom sink’ en ‘I’m the ghost you forgot’ passen in dit rijtje. Stuk voor stuk geven de weelderige instrumenten je zin om door het leven te dansen.
Dit wordt ingenieus afgewisseld met nummers die rechtstreeks uit de soundtrack van een indrukwekkend epos lijken te komen. ‘Contigo’ en ‘Mayday call’ weten bij ons zelfs het gevoel van een volledig orkest op te roepen – zij het iets experimenteler. Het hoogtepunt komt echter pas helemaal op het einde met ‘Free’. Fluitend begint J. Bernardt zijn laatste nummer. Het voelt een beetje zoals het laatste beslissende gevecht uit een westernfilm. Al snel vallen de beats in die ook de rest van de plaat kenmerken, en even later weerklinkt de donkere stem van Deprez. Een heel eigenzinnig samenspel tussen zanger en muziek volgt, waardoor je op het einde van het album enkel maar verlangt naar meer.
Want naast zanger is J. Bernardt toch op de eerste plaats een muzikant. Een rode draad doorheen het album is de prominente rol die aan de instrumenten gegeven wordt. Waar de meeste artiesten het houden bij een gitaar en een drumstel, misschien hier en daar aangevuld met wat piano of een synthesizer, haalt Deprez alles uit de kast. Achtergrondzangers, strijkers (zelfs een trompet in ‘Mayday call’). Niets is hem te gek. Al moeten we hier meteen bij zeggen dat elke toevoeging ook absoluut een meerwaarde is. Op geen enkel moment wordt het bombastisch of chaotisch.
J. Bernardt springt moeiteloos van de ene muziekstijl naar de andere. Van swingende gitaren in ‘Don’t get me wrong’ naar intiem pianospel in ‘Matter of time’. De zweverige wals in ‘Last waltz’ is zowel vernuftig als eigentijds. ‘Mayday call’ voelt dan weer aan als een jazzconcert met een hoek af. Helemaal de aandacht trekken doet hij met ‘Our love was easy’. Na een sterk a capella-begin blijft hij hierna het hele nummer hangen tussen zingen en toefluisteren, met slechts wat getokkel op een gitaar als begeleiding.
Kortom, als ‘Contigo’ zijn toegangsexamen was voor de festivalzomer, dan is J. Bernardt voor ons met verve geslaagd. Het album is ijzersterk in eigenzinnigheid. Al zal het ongetwijfeld – net zoals met Balthazar – toch aanslaan bij het grote publiek. Het enige waar we nu op kunnen hopen, is dat het volgende album niet weer 7 jaar op zich laat wachten.
Voor zij die het album (volledig terecht) al helemaal grijs gedraaid hebben, gaat J. Bernardt op tour. Hij is de komende maanden meermaals live te bewonderen. Zo speelt hij 14.06 in De Casino te Sint-Niklaas. Ook op Rock Werchter (6.07) en ROCK HERK (12.07) zal hij te zien zijn. Op 2.08 speelt hij op M-IDZOMER te Leuven.