Iamamiwhoami kennen we vooral van haar bijzondere intrede in het poplandschap. Vanuit het niets doken creepy video’s op met codes als titel, hopen symboliek en een mysterieuze, blonde verschijning. In no time stond de blogosphere op zijn kop en de gekste speculaties begonnen de ronde te doen; van nieuw werk van The Knife of Trent Reznor tot zelfs Lady Gaga en Christina Aguilera. Bijna niemand bleek het uiteindelijk bij het rechte eind te hebben toen het bleek te gaan om de Zweedse Jonna Lee. Ondertussen is ‘Blue’ reeds haar derde worp.
Dat Iamamiwhoami nooit voor de makkelijkste weg kiest, was al van bij haar introductie duidelijk. Zo maakt ze geen conventionele platen, maar ‘audiovisuele albums’; elke song gaat gepaard met een video die nog meer dan normaal moet bijdragen aan de totaalbeleving. Ditmaal gaat ze nog een stapje verder en kunnen de diehards toegang krijgen (mits extra duiten) tot ‘The blue island’, waar je een ‘online experience’ met hopen extra geluid en beeld kan vinden. Al dit gedoe is echter ook meteen het grootste mankement. Het hele werk is in functie van de filmpjes gemaakt en daarom wordt elk nummer tot vervelens toe uitgerokken. Een minuut of twee overal afknippen zou zeker geen kwaad kunnen.
Dit terzijde staan er een paar degelijke popdeunen op dit schijfje. De Swedish Touch van ondermeer The Knife en jj is duidelijk aanwezig, voer dus voor wie zijn synthpop het liefst met een onorthodox kantje heeft. We noteren vooral openingsduo ‘Fountain’ en ‘Hunting for pearls’, het verdomd catchy ‘Chasing kites’ en het bouncy ‘Ripple’. De rest van de plaat ziet er waarschijnlijk mooi uit met een paar kekke prentjes erbij, maar op zichzelf laat ze ons koud.
‘Blue’ is een te ambitieus werkstuk. Het plaatje eromheen zit mooi in elkaar, maar hetgene waar het op het einde van de dag om draait, het muzikale gedeelte, komt op de achtergrond terecht. De muziek verliest het hier van het visuele. Volgende keer toch terug meer tijd in je songs steken, Jonna.
Album verdeeld door To Whom It May Concern