Hypochristmutreefuzz beleeft een heerlijk hectische koortsdroom met ‘Hypnos’

door Naomi Hubert

Het Gentse Hypochristmutreefuzz valt meer dan door de naam (waar we stilletjes aan al aan gewend zijn) vooral op dankzij het ruige, elektronische en eigenwijze geluid. Debuutplaat ‘Hypopotomonstrosesquipedaliophobia’ brak tamelijk wat potten, zowel letterlijk als figuurlijk. Opvolger ‘Hypnos’ is anders en vol paradoxen: minder gewelddadig en rustiger, maar tegelijkertijd ook gejaagd en onstuimig. 

‘Hypnos’ is een conceptplaat geworden, een gewaagde zet anno 2020. Al is het niet heel vreemd in het universum van de band. Het album brengt een verhaal dat klopt van a tot z, overgegoten met rijkelijke ritmes, explosieve energie en mijmerende melodieën. Het hoofdpersonage van dit verhaal? Die is enorm in de knoop met zichzelf. Enerzijds zien we een protagonist die romantisch is, iemand die aan de realiteit wilt ontsnappen en op zoek is naar affectie, anderzijds zien we een persoon die de eenzaamheid omhelst, arrogant toch onzeker is met een tikkeltje egocentrisme. Vreemde figuur of klinkt dit misschien bekend in de oren? Wat verkrijgen we als het hoofdpersonage zichzelf ontneemt om te slapen en verdwaalt in het labyrint van zijn gedachten? Het resultaat is dit bizarre album.

 

Het album gunt in tegenstelling tot zijn voorganger meer ademruimte. Waar vroeger gitaren genadeloos rondom je trommelvliezen schuurden, krijgen we nu meer stiltemomenten. Korte tekstuele fragmenten, samples, audio-opnames, skits… Ze brengen een soort van dynamiek in het album die gelijkaardig is aan de slaapcycli. De grens van het bewuste en onbewuste wordt getriggerd, waar start de nacht en vooral waar begint de droom?

Een echte koortsdroom krijgen we ergens net voor het midden te beginnen met ‘Terrified’ en ‘Could it be worse’.  ‘Terrified’ besluipt je als een demoon in de nacht en bouwt op naar een climax, ‘Could it be worse’ trekt, duwt en sleurt je je bed uit waar het ontpopt in een Shining-alike hakbijl-door-de-deur-moment. In combinatie met ‘Used to be’ krijgen we een trio van waar je het lichtjes benauwd van krijgt. Een nachtmerrie trekt zich op gang met dreigende vocals. De meeste dromen zijn bedrog en soms maar goed ook als je voelt dat de zware synths je in een of andere psychedelische trip meenemen naar een donker gat. De drums houden alles in een doorgedreven cadans op gang, ontsnappen is onmogelijk. Gelukkig er is ‘Ghostess’, waar je rustig losgelaten wordt om opnieuw weg te zakken in de diepe slaap waar we de nodige krachten opdoen om de dag door te komen.

Hypo is nog steeds uniek in zijn genre, lawaai en agressiviteit staan nog steeds centraal. In hun vorige langspeler bewezen ze al een gevoel voor nuance te hebben en dat is hier nog meer uitgepuurd. Zowel de rapinvloeden, noisemomenten, lekkere baslijntjes, krampachtige riffs en knetterende drums zijn nog steeds talrijk en Hypo bouwt duidelijk verder op hun succesformule. Een mooie status-quo die prachtige livemomenten zal beloven eenmaal we allemaal uit deze koortsdroom van een quarantaine zijn.