Is er een huiskamer waarin meer legendarische muziek werd gemaakt dan de slaapkamer? Waarschijnlijk niet, behalve als je naar de naam Paul Simon luistert en een wereldhit in je verduisterde badkamer schrijft. Dat curieuze unicum even buiten beschouwing gelaten: de ruimte tussen vier slaapkamermuren staat al decennialang garant voor een geweldige artistieke broeihaard. Het gerotzooi met DIY-technieken in de jaren ’80 en ’90 wierp ook zijn vruchten af in de jaren ’00 en ’10. Mac DeMarco en Tame Impala zijn de bekendste voorbeelden. Beiden knutselden wereldalbums in mekaar zonder daarvoor hun beddengoed vaarwel te moeten zeggen. Indie-wereldster worden én je pyjama kunnen aanhouden: qua extralegale voordelen kan dat tellen.
Uiteraard staat zo’n home production ook garant voor grillige, met haken en ogen aan mekaar hangende muziekjes. Met een beetje geluk groeien ook zo’n curieuze figuren uit tot ware culthelden. Vraag dat maar aan Sputnik, de bezieler van Bandcamp-favoriet Weatherday. In 2019 kwam die langs de grote poort binnen met ‘Come in’, een debuut dat al snel de weg vond naar de gehoorgangen van menig muziekliefhebber. Het was vooral de ambachtelijke mix van noise pop, midwest emo én een vleugje hyperpop waarmee Sputnik imponeerde. Het goede nieuws: op opvolger ‘Hornest disaster’ blijft dat succesrecept ongewijzigd.
Hun tweede worp telt nét geen twintig nummers. Ze lijken allemaal lukraak op het album gepleurd. Daarmee lijkt Sputnik zich in te schrijven in de lofi-traditie van bands als Guided By Voices en Sebadoh. Beide bands stouwden namelijk albums vol met de meest rafelige gitaarklanken. Van een echte spanningsboog is er dan ook geen sprake op ‘Hornet disaster’. Wel is het aangenaam grasduinen tussen explosieve shoegaze (‘Blood online’), screamo-geweeklaag (‘Angel’) en doorleefde noise pop (‘Hug’). Tijdens dat laatste nummer schreeuwt Sputnik hun stembanden aan gort terwijl er meer dan één gitaar ontploft. Emotioneel hoogtepunt nummer één is een feit.
Een primeur: ‘Pulka’, het eerste Weatherday-nummer dat in het Zweeds wordt gezongen, Sputniks moedertaal. Jaag de tekst even door een vertaalmachine en je krijgt een vertelling vol verlatingsangst, eenzaamheid en liefdesverdriet. Die drie elementen kleuren dan ook het universum op ‘Hornet Disaster’. “Dont’t wanna be okay either way“, wordt er onverschillig gezucht in ‘Radar ballet’. Ook ‘Grean tee seaweed sea’ schetst een portret vol kommer en kwel: “Sometimes / I cry / Peppermint and tar / Movies / Where scenes have a lot of heart“. Het folky, prachtige ‘Heartbeats’ deed ons qua melancholie dan weer denken aan het beste van The Microphones. Er bestaan slechtere bands om mee te worden vergeleken.
Of we ‘Hornet disaster’ binnen pakweg tien jaar nog eens draaien? Waarschijnlijk niet: daarvoor mist het album te veel focus. Een rommeltje dus. Echter wel eentje dat hoogst sympathiek en eigenaardig aanvoelt. Vertrouwd wordt het gelukkig nooit. Het zijn vooral de subtiele elektronische toetsen (‘Ripped apart by hands’, ‘Chopland Sedans’) die het album wat extra cachet geven. Wie zijn lo-fi pokkenherrie het liefst artisanaal en volstrekt uniek heeft, weet waar naartoe.