De uit Chicago afkomstige Jamal Moss alias Hieroglyphic Being staat al jaren aan het voorplan van (Amerikaanse) house muziek. De man heeft talloze andere aliassen en zijn output als producer is over een tijdspanne van intussen 20 jaar nauwelijks nog bij te houden. Hij tast al jaren compromisloos de grenzen af van house, techno en andere elektronica-genres. ‘Quadric surfaces’ schreef Moss in het kader van soundtracks voor ‘Parallel Spheres’ & ‘Figures in Mynd’, twee delen van een abstracte animatiefilm van beeldend kunstenaar Gabriela González Rondon.
VIERNULVIER is na de naamsverandering ook een muzieklabel geworden. De releases van Use Knife en Youniss zijn toonbeelden van wat voor soort muziek en wie ze op de kaart willen zetten. Hardnekkige grensverleggers die beiden zéér hoog eindigden in onze eindejaarslijstjes. Hieroglyphic Being past daarom, zeker met deze plaat, perfect binnen dat plaatje. Moss zocht op zijn vorige lp ‘The moon dance’ reeds glitchy soundscapes op. Alhoewel het mantra in zekere zin vooral op four on the floor-beats was gericht. Hier worden die glitchy texturen over de hele lijn niet alleen naar een hoger niveau getild, maar ook vierkant uitgebuit.
Aanvankelijk gaat de plaat nog vrij conventioneel van start. Echter naar mate de run time vordert, wordt deze steeds meer abstracter. ‘Triquetra’ en ‘Ogee’ zwemmen zo nog steeds door een leger van drummachines waarna we met het prachtige space ambient nummer ‘Ceilies’ de ruimte in duiken. In het midden van de track komt de percussie terug wat meer doorschemeren. An sich is ‘Ceilies’ niet het meest interessante ambient-nummer dat we al hebben gehoord. Niettegenstaande het één belangrijk aspect doet voor deze plaat: het zet de toon en de atmosfeer perfect. Alsof we na de lancering van ons ruimteveer na ‘Ogee’ door de dampkring zijn gevlogen.
Alle daaropvolgende nummers voelen niet alleen koeler. Ze zijn ook een pak meer glitchy van aard dan de tracks aan het begin van de plaat. ‘Conchospiral’ springt er zo onder meer uit vanwege de wirwar aan synths die als lianen je tegemoet komen in een jungle. ‘Brachistochrone’ is dan weer vrij allesomvattend, met pianoklanken die als ijspegels tegen je schip kletteren. Aan de oppervlakte merk je overigens vooral die koelte op. Al schuilt er ook heel wat acid in de tracks die na enkele luisterbeurten alsnog in de kleren gaat kruipen. ‘Butterfly curve’ is daar een mooi voorbeeld van, hoewel een track als ‘Triquetra’ eveneens van die momenten bevat.
Ondanks dat ‘Quadric surfaces’ verder bouwt op de hazy en glitchy elementen van ‘The moon dance’, tast Moss hier voornamelijk in het duistere. In het kader van de soundtracks was het waarschijnlijk wel de bedoeling om eerder filmische tracks de componeren. Toch is het gebrek aan échte beats opvallend. Het dichtste dat we daartoe komen, zijn de drummachines die tracks als ‘Ogee’ of ‘Diacaustic’ kenmerken. Desalniettemin is het album een aanrader voor iedereen die even wil verdwijnen van de wereld.