Een saxofoon komt met de deur in huis vallen op ‘Women in music pt. III’, Haims derde studioalbum dat vanaf de eerste seconde veel warmte uitstraalt. Het drietal is eerlijker, retrospectiever en uitgepuurder dan ooit en daarmee ebt ‘WIMPIII’ weg van de bombastische studio-producties van voorganger ‘Something to tell you’.
Openen doet thuisstad van de drie zussen ‘Los Angeles’, wat meteen de toon zet voor het gehele album. Een huiselijke sfeer, alsof je constant met Danielle, Este en Alana op stap bent in hun meest persoonlijke bubbel. Van een antwoordapparaat tot een geeuw, van eigen bedenkingen tot persoonlijke opmerkingen die ze naar hun hoofd gegooid krijgen. Het grootste verschil met de vorige twee albums is dat het levendige en upbeat Fleetwood Mac-gehalte wat plaats moet inruilen voor traagheid en melancholie. Een zekere doelloosheid vormt de rode draad en laat dat net zijn wat de vorige twee platen ontbrak. We kunnen spreken van een conceptplaat, een verhaal.
‘Women in Music pt. III’ is een lichtjes ironische titel, het draait vooral rond het verhaal van de drie zussen op zowel persoonlijk als professioneel vlak. We krijgen al dan niet verwerkte trauma’s (depressie, diabetes, ongeneeslijke ziekte…) op ons bord. Het is dus absoluut geen pur sang feministische plaat, het enige moment waarin we een genadeloze kritiek horen op wat vrouwen te verduren krijgen in de muziekwereld, is ‘Man from the magazine’. Tekstueel meteen het brutaalste nummer van de plaat, er worden geen doekjes gewonden om wat ze willen vertellen, wat in schril contrast staat met de beperkte instrumentatie eronder wat niet meer is dan een versterkte akoestische gitaar. We horen een herinnering van Este, de bassiste die ooit de vraag kreeg van een journalist over haar nogal rijk gebruik van gelaatsuitdrukkingen op het podium en of ze die gezichten ook in bed maakt. Alsook Danielle haar bezoek aan de instrumentenshop waarin de medewerker haar meteen zonder vragen een beginnersgitaar geeft. Aan misogyne opmerkingen en gedrag helaas geen gebrek in de muziekindustrie.
Conceptueel gezien is dit het beste album tot nu toe. Muzikaal kunnen er enige twijfels ontstaan. Eerst en vooral is er weinig nieuws te vinden. Er zijn weinig nummers die een echt frisse wind brengen in hun discografie. De nummers die met kop en schouders bovenuit steken, zijn degene die volgens de succesformule van Haim geschreven zijn. ‘Don’t wanna’ is zo een schoolvoorbeeld van de virtuoze meerstemmigheid, gelikte baslijnen en gitaarriffs die in de vorm van een parabool plooien. Er is veel geleend bij de buren, mits de nodige credits natuurlijk. Zo heeft Lou Reed een eerlijke vermelding bij het laatste nummer ‘Summergirl’. Luister eerst zelf en leg dan ‘Walk on the wild side’ op, je merkt meteen waarom. ‘The steps’ is dan eerder een samensmelting van ‘Sugar, sugar’ van The Archies en ‘Pretty woman’ van Roy Orbinson. In ‘Up from a dream’ horen we het marcherende karakter van ‘Elephant’ van Tame Impala.
‘Women in music, pt. III’ is minder afgelikt en poppy, Haim keert terug naar de basics en het lo-fi gehalte van het album is met momenten prominent aanwezig. Je ervaart meteen dat er minder naar perfectie gestreefd is in vergelijking met de vorige platen, ook dit kan natuurlijk een gekozen esthetiek zijn wat een meerwaarde kan bieden, toch is het ook hier en daar een valkuil. De drie zussen koorddansen op dit spectrum en we merken toch vaak een net-niet-val nabij. Opvallend is dat het album minder vermoeiend aanvoelt als je het op shuffle luistert, iets wat me per ongeluk overkwam en zo herontdekte ik de volgende nummers, ‘3 AM’ en ‘Another try’. Het eerste is één van de meest interessante nummers op het album met invloeden van r&b, funk en hiphop. De instrumentatie had zo van een Outkast-productie kunnen afstammen.
De cirkel is rond wanneer je de saxofoon opnieuw hoort passeren met ‘Summergirl’, cry-disco meets seventies. Het nummer brengt ons opnieuw naar L.A. dat een album vol innerlijke chaos afsluit. ‘Women in music, pt.III’ draait om het leren omarmen van jezelf en je eigen wil. Een bijna roekeloos album vol dualiteiten, sterktes en zwaktes, twijfels en zekerheid, zeker een plaat vol persoonlijkheid. Een plaat van Haim voor Haim.