Twee jaar geleden debuteerde Spencer Radcliffe met het pareltje ‘Looking in’. De multi-instrumentalist uit Ohio – die vroeger instrumentale muziek maakte onder de naam Blithe Field – speelde elk instrument zelf in op de uiterst sfeervolle lofi-plaat. Ondertussen heeft hij een band rond zich verzameld, Die ‘everyone else’ genoemd en er een nieuwe plaat mee uitgebracht.
Zo gemoedelijk als ‘Looking in’ was, zo gezapig is ‘Enjoy the great outdoors’. Slome opener ‘Land & sea’ doet vermoeden dat Radcliffe niet echt stond te springen om zijn huiskamer te verlaten, en ook songs als ‘Breezy’ en ‘Long con’ – balancerend tussen ontspannen en lamlendig, maar beide prachtig – spreken dat niet tegen. De inbreng van de begeleidingsband creëert een stijl die doet denken aan Pavement, met als eerste uitschieter het melancholische gitaarnummer ‘Smoker’s paradise’. Met hier een mondharmonica, daar een vrouwenstem en ginder een viool zorgt Spencer bovendien voor aangename afwisseling in de afwerking van zijn muziekstukken.
Voorgenoemde violen kennen een hoogtepunt in ‘Flag’, waar ze nostalgisch doen terugdenken aan de roots van dEUS – toen Klaas Janszoons nog op erg originele wijze met zijn snaarinstrument omsprong. De korte song lijkt op te bouwen naar een eerste echte meezinger, maar wordt dan neergehaald door klagerige gitaren; een gewaagde methode die ook tijdens ‘Wrong turn’ succesvol gehanteerd wordt. ‘Trust’ is dan weer een ideale laatavondtrack, dankzij haar druilerige gitaren, romantische samenzang en kaarslichtviolen. Wanneer Radcliffe tijdens ‘In the clear’ toch een poging doet om de lofi-gitaren opgewekt te doen klinken, blijft de melancholische ondertoon aanwezig. Het resulteert in misschien wel de strafste song van het album, die mede dankzij de tweestemmigheid doet denken aan Pinback.
Veel tempo ziet er niet in ‘Enjoy the great outdoors’. Het album kabbelt traag maar eigenwijs voorbij en het vergt bijgevolg wat tijd voor je jezelf er helemaal in kan vinden. Eens Radcliffe zich weet vast te bijten in je huid, hoop je echter dat hij je niet meer loslaat. Bij elke luisterbeurt ontdek je nieuwe details en vallen andere flarden teksten je op, wat de plaat doet groeien hoe meer je er naar luistert. Onder invloed van de nieuwe band is het allemaal een beetje meer gestroomlijnd dan op ‘Looking in’, maar wie vertrouwd is met die eerste langspeler weet dat zoiets niet veelzeggend is. Spencer Radcliffe blijft vooral zichzelf, en doet dat voor de tweede maal uitmuntend.