Mooie liedjes duren niet lang. Of in het geval van Black Midi: zeven jaar. Er deden al langer geruchten de ronde dat de Londense post-punkgroep het voor bekeken hield. Een fan polste naar het voortbestaan van de band via een livestream van frontman Geordie Greep. Zijn antwoord was even droog als direct: “No more Black Midi, it’s over“. Bassist Cameron Picton reageerde verbaasd op die uitspraak op X, maar “sometimes all you can say sometimes is lol“, besloot hij.
Het management bekoelde de gemoederen door te melden dat de band een nader onbepaald hiaat inlast. Misschien niet eens zo’n slecht idee, want Black Midi zou zomaar eens één van de meest gehypete bands van de laatste jaren kunnen zijn, tot vervelens toe misschien. Debuut ‘Schlagenheim‘ uit 2019 werd onthaald met sterrenregens van lovende muziekrecensenten. Ook opvolgers ‘Cavalcade‘ en ‘Hellfire‘ vonden zonder enige moeite hun weg naar de toppen van zowat elk eindejaarslijstje. Allemaal goed en wel, die lof, maar het kan ook bands tot een breekpunt bewegen. Zoals nu.
Maar goed, Greep is nog niet aan rentenieren toe en presenteert met ‘The new sound’ z’n eerste soloplaat. Voor het eerst krijgt de man carte blanche. En het is er aan te merken. Hij huppelt moeiteloos van free jazzy lawaaiuitbarstingen (‘Motorbike’) naar salsa (‘Terra’) en terug. Het volgende moment pakt hij uit met iets dat lijkt op Steely Dan met een heroïneproblematiek (‘Blues’). De deuren van zijn maniakale cabaretzaal zijn geopend. Klinkt best leuk, totdat hij op dat laatste nummer komt aanzetten met teksten als “You have a bigger dick than any man who’s ever lived / and you can cum more than a hundred stallions“. Maakt Greep een karikatuur van zijn idiosyncratische persona? Of verdrinkt hij, door gebrek aan rem van andere bandleden, in überpretentieuze onzin?
Het antwoord op die vraag besparen we je, omdat we ze simpelweg zelf niet weten. Wat we wel weten, is dat ‘The new sound’ het best tot zijn recht komt als je de muziek over je heen laat walsen. Ja, het is een eeuwenoud cliché, maar soms moet je iets niet ‘begrijpen’, maar ‘voelen’. Als je driemaal overkop gaat in een achtbaan, doe je ook geen moeite om de technische werking ervan te doorgronden.
Op zijn best levert dat een machtig nummer op als ‘Holy, Holy’. Progrock à la King Crimson, kitscherige jazz-fusion, een achtergrondkoor… Wat zit er níet in de single? De stilistische haarspeldbochten doen je bijna vergeten dat er een obsessieve tooghanger aan het woord is. “I want you to slap me and then walk away / make sure everybody’s watching“, fantaseert de hoofdfiguur met Bart de Pauw-achtige proporties. Absurdisme ten top, dus. Wedden dat Frank Zappa en Captain Beefheart in de hemel een traantje wegpinken?
Het moet gezegd worden: Greep dendert nog nét iets te vaak van zijn sokkel. ‘Walk up’ is noiserock én country én komische skit. Mag het soms iets minder zijn? ‘The magician’ duurt twaalf minuten. En dat zijn er minstens vijf te veel. Te veel geneuzel (“Drop a kid in gasoline, give him a lit match“), te weinig actie. De spannende cocktailjazz van ‘Bongo season’ mag dan als een intermezzo aanvoelen met zijn tweeënahalve minuut. Toch snakken we naar meer van zulke kleine, fijngevoelige adempauzes.
Een perfecte plaat is ‘The new sound’ allerminst, maar juist daarom ook mateloos interessant. Elke luisterbeurt onthult talrijke momenten die verbazen, verwarren en frustreren. Hoor je iemand beweren dat hij ‘The new sound’ nu al helemaal te snappen, dan liegt die. En als die persoon blijft beweren van wel, dan mag die bij ons op de koffie.
Op 1 november treedt Geordie Greep op op Les Nuits Weekender. Tickets en info vind je hier.