Brian Borcherdt draait al meer dan twintig jaar mee. In de jaren negentig was hij deel van Burnt Black en vanaf het nieuwe millennium tot nu dikte hij zijn cv aan met een zestal andere projecten. Het bekendste daarvan is ongetwijfeld Holy Fuck, de gestoorde electronoise outfit die steeds garant stond voor geflipte optredens. De groep werd geprezen voor zijn originaliteit en liefde voor muzikale experimenten. Toch bleef Borcherdt zitten met een ei dat hij absoluut niet kwijt kon in de energetische muziek van Holy Fuck. Cue Dusted.
In 2012 bracht de Canadees al een plaat uit met Dusted. Bij het schrijfproces tijdens de drukke tourmaanden met Holy Fuck kreeg hij hulp van Leon Taheny, een bevriende drummer/producer. Eenmaal die tour gedaan was, werd de plaat opgenomen en mocht Borcherdt voorprogramma’s verzorgen van Perfume Genius, Great Lake Swimmers en A Place To Bury Strangers. Die eerste twee kunnen we snappen, want de muziek van Dusted is erg minimalistisch en intiem. Het enige verband dat we ons met APTBS kunnen voorstellen, is een bepaald gehalte van reverb. Desalniettemin stimuleerde het touren Borcherdt heel erg en begon hij meteen al nieuwe songs te schrijven, genoeg voor een nieuw album. Door de succesvolle nieuwe plaat en tour van Holy Fuck werd het zes jaar wachten op dat album. Was ‘Blackout Summer’ het wachten waard? We gaan het kort houden: ja.
Als Holy Fuck de energie van een rave vertegenwoordigt, kun je Dusted nog het best catalogiseren als muziek voor de dag nadien. Of de weken erna, want de minimalistische muziek roept veel vragen op. De opener van ‘Blackout Summer’ zet meteen de toon. ‘Seasons’ is een melancholisch nummer dat doorheen de vijf minuten speeltijd aandikt tot een dijk van een song. Die gelaagdheid en opbouw komen we ook tegen op ‘All I am’, een van de absolute hoogtepunten van de plaat. Zelfs wanneer Borcherdt het rustiger houdt, druipt de melancholie ervan af. ‘Cut corners’ voelt als de soundtrack van een foutgelopen relatie waarbij een van de ex-geliefden met veel weemoed terugdenkt aan een prachtig moment waarop alles nog goed zat. Je ziet de handen van het koppel zacht tastend in een straal zonlicht die de kamer binnenvalt. Het nummer eindigt in een bijna-drone van echoënde tapes als het verdriet van de breuk die eindeloos nazindert. De plaat is werkelijk doorspekt met zulke momenten.
Toch kiest Borcherdt niet altijd voor de duistere aanpak en laat hij ook meer hoopvolle momenten toe op zijn plaat. ‘Dead eyes’ klinkt toegankelijker en voelt levendiger aan met intertwining gitaarspel en geprogrammeerde drums. ‘Backwoods ritual’ gaat de richting van psychfolk uit maar bezit ook die levendigere factor. Afsluiter ‘Outline of a wolf’ combineert misschien het best beide factoren. Enerzijds is het een erg gelaagde song met een interessante opbouw – geprogrammeerde drums veranderen halfweg in echte drums bijvoorbeeld – maar anderzijds staat de melodie toch centraal en lijkt de boodschap eerder hoopvol, zeker op het einde. Het album mag dan al zowel donker als licht in zich hebben, het kan die noties wel verenigen tot een groter geheel. Vreemdste eend in de bijt is ‘Five hundred and four’. Dat nummer klinkt iets té vol volgens de minimalistische aanpak van Dusted.
‘Blackout summer’ is een plaat die zowel als soundtrack kan dienen voor een mooie relatie als voor de eenzame roadtrip nadat het fout is gelopen. Wij kunnen ons bij bepaalde nummers meteen filmische momenten voorstellen alsook eigen situaties herkennen. Door het gebruik van reverb op de stem van Borcherdt voelen alle nummers als van uit de verte gebracht, alsof ze geschreven zijn vanuit een vogelperspectief, uitkijkend over wat er in de wereld gebeurt. Het is een dromerige, hazy plaat die toch nooit de connectie met de echte wereld verliest of verwaarloost. Het is een plaat die niet gehoord maar beluisterd moet worden.