Flip Kowlier is terug van nooit weggeweest. De voorbije jaren kon je hem onder andere spotten tijdens de ‘reünie’ van ‘t Hof van Commerce, met zijn Ertebrekers en als orkestleider in De Ideale Wereld. Kowlier voelde door de verschillende projecten heen de nood groeien om opnieuw zelf aan het roer te staan. Met ‘September’ pikt hij zijn solodraad op waar hij die bij ‘Cirque’ achterliet.
Kowlier maakt al jaar en dag mooie liedjes in het West-Vlaams. Aan dat concept is in principe helemaal niets veranderd. Toch biedt ‘September’ enkele kleine koerswijzigingen. De goesting om nummers te schrijven was bijvoorbeeld zo groot dat hij er enkele on demand schreef. Vrienden mochten de sfeer of het thema van een nummer aanreiken. Zo zweeft het uitgepuurde liefdeslied ‘Aan den overkant’ in een door Neil Young gekleurde dampkring. Zonder veel woorden, eerder klein en doelgericht geeft Kowlier er zijn typerende stempel aan.
Geen idee of het puur toeval is of juist een extern idee maar ‘De broere van’ haalt bij ons herinneringen op aan ‘Stan’ van Eminem. Niet omwille van de raps of de donkere sfeer, Kowlier schudt voor het nummer immers wat über funkie Ertebrekers-vibes uit zijn mouw. Het is de manier waarop het verhaal verteld wordt die de link met Slim Shady vormt. Kowlier steekt namelijk op een fraaie manier een eenzijdige dialoog af met Jezus over het feit dat die wel degelijk zin broere moet zijn.
Zoals we van Kowlier gewend zijn, is hij voor geen gat te vangen en wisselt hij makkelijk van sfeer, genre, dynamiek en emotionele lading. Allemaal binnen de krijtlijnen van het universum vol dagdagelijkse wel en wee. In ‘Vergeten’ laat hij zijn parlando swingen rondom de vaststelling dat zijn geheugen hem meermaals in de steek laat. Om enkele seconden daarna de luisteraar mee te zuigen in een wrang relaas (‘Godzijdank’) over een doodgebloede relatie waaraan halsstarrig wordt vastgehouden.
‘Laat oes’ klinkt onbezonnen zorgeloos, misschien zelf lichtjes banaal. Alhoewel we dat geenszins negatief bedoelen. Hier en daar is er wel een bepaald gemis aan clevere tongue in cheek-oneliners. Zo ook op ‘Ok ok ok’, dat behalve gezellig lichtzinnig net te weinig om het lijf heeft en het gevoel geeft ergens een link met Urbanus te moeten warm houden. Tijdens ‘Tommy’, een folknummer over Kowliers kat, is de mix van luchtigheid, humor en geloofwaardigheid wel terug op peil.
De afwisseling tussen vrolijkheid en hartverscheuring blijft een handelsmerk van Kowlier. ‘September’ slaagt er in om de persoonlijke strijd en menselijke pijn aaibaar en innemend over te brengen. ‘In de vaert’ is zo bijvoorbeeld bijzonder meeslepend dankzij de poëtische soberheid in tekst. Het refrein zou bovendien niet diezelfde krachtige kwetsbaarheid hebben moest het niet in het West-Vlaams gezongen zijn. Daarnaast zijn de arrangementen op ‘September’ rijkelijk gestoffeerd zonder daarbij teveel de aandacht naar zich toe te trekken. Op dat vlak klinkt de instrumentatie over het algemeen eerder ingetogen en staan ze steeds in dienste van Kowlier’s verhalen. Alleen laat hij deze keer bijna geen personages opdraven en vertelt hij bijna steevast vanuit de ik-persoon.
Kowlier laat het vaak zo simpel lijken op ‘September’. In ‘Olles ol gezien’ nodigt hij de intrigerende Roosbeef uit voor een duet. Het resultaat is een wondermooi, lazy blues nummer dat geweldig gedijt met koffie op een zondagmorgen. Dat er daarna met ‘Slaapwel’ een wiegelied volgt, klinkt misschien wat vreemd. Al het werkt wonderwel. De kracht van ‘September’ zit hem dan ook in de combinatie van metier en eclectiek waardoor elk nummer de plaat steeds opnieuw een verrassende wending meegeeft. Zo draaien de nummers allemaal in dezelfde elliptische baan rond Planeet Kowlier. De ene maal wagen ze zich iets verder in zijn muzikaal melkwegstelsel, maar telkens passeren ze opnieuw aan de bezieling van de centrale kern.
Flip Kowlier stelt ‘September’ voor in diverse concertzalen in ons land. Op 11.05 in Voo?uit, 12.05 in Wilde Westen en 24.05 in De Casino. Tickets en meer informatie zin terug te vinden op de website van Kowlier.