Wegens gebrek aan een deftige studio voelde de Oostenrijkse componist/gitarist Christian Fennesz de noodzaak om zich terug te trekken in de slaapkamer om muziek te componeren, slechts gewapend met een hoofdtelefoon en de instrumenten die hij binnen handbereik had. Dat deze back to basics-aanpak goed is uitgedraaid zou een understatement zijn, ‘Agora’ is namelijk een behoorlijk epische ambient-plaat geworden. En hoewel zijn vorige solo-langspeler ‘Bécs’ meer dan geslaagd was, bleef Fennesz toch wat teveel in z’n comfortzone – iets wat niet gezegd kan worden van dit album.
Bestaand uit vier uitgesponnen songs die alle afklokken tussen de tien en dertien minuten, is ‘Agora’ van een ander kaliber dan z’n voorbije platen. Het eerste nummer – ‘In my room’ – bepaalt meteen de donkere, oceanische sfeer waarin dit album baadt en contrasteert daarmee aanzienlijk met de warme elektronica van ‘Bécs’. Gedempt, machinaal gedreun vormt het kloppend hart van deze compositie, terwijl groots opgezette synthesizers voor een lekker ontspannen trip zorgen. We wanen ons als het ware op een dobberend vlot onder een troebele hemel, dat ritmisch heen en weer wiegt op de golven.
Met het grandioze ‘Rainfall’ keren de alom gekende ruis en de wazige gitaargeluiden van Fennesz terug. De stemming wordt desolater en de bassen gaan nog net wat dieper. Hij combineert hier alles wat Fennesz typeert, maar geeft er in de context van z’n huidige discografie een volledig nieuwe draai aan. Naarmate de track vordert, komt er meer ritme bovendrijven en horen we in de verte iets wat op kletterend metaal lijkt, al valt het niet echt thuis te wijzen. Het doet er in principe ook weinig toe, want dit album laat je best over je heen komen zonder al te veel te analyseren.
De mistige titeltrack situeert zich in een grijze, verdorven plaats, onttrokken aan alles wat aards oogt en textuur heeft. Dit is Fennesz die zich aan kosmische Musik waagt. Het is niet de meest originele soundscape binnen het ambient-genre, maar in ‘Agora’ is het een treffende drone die het toelaat je gedachten volledig los te koppelen. De track zorgt er eveneens voor dat het helende geruis van afsluiter ‘We trigger the sun’ binnenkomt als een verlossing. De ritmische, onderliggende trillingen en de kletterende elektronica schetsen een post-apocalyptisch landschap en brengen ‘Agora’ vervolgens tot een passende conclusie.
Qua gevoel leunt ‘Agora’ misschien nog het dichtst aan bij z’n studioplaat ‘Black sea’, maar door de lange composities en het “epische” karakter vormt dit toch een buitenbeentje in het oeuvre van Fennesz. Ondanks dat het album minder emoties losmaakt dan klassiekers als ‘Endless summer’ en ‘Venice’, is het een uitstekende plaat om je gedachten te verzetten. De studio-beperking waar de Oostenrijker mee kampte heeft hem zeker geen windeieren gelegd, integendeel: Fennesz klonk nog nooit zo groots.