Vier jaar na hun allereerste concert brengt de Antwerpse rockband z’n eerste album uit. De band rond Dries Hermans, bekend van de groep Poppel en oprichter van cassettelabel Gazer Tapes, maakt ruwe rockmuziek met psychedelische invloeden en doet denken aan The Velvet Underground en Sonic Youth. Hoewel er tijdens de opnames ongetwijfeld ettelijke druppels zweet naar de onderkant van de bandleden gekoerst zijn, zal het nog even duren voor ze zich zullen nestelen in het rijtje met Lou Reed en aanverwanten.
Opener ‘Pleazze me’ pakt meteen uit met een stevige riff die de toon zet voor de meeste nummers op het album. De meeste tracks zijn ruige, maar generieke rocknummers, met gitaarmelodieën als basis. De stem van Stof Janssens wordt doorgaans bedolven onder reverb en andere effecten. De single ‘Cheyenne’ is op dat stramien een uitzondering. Hij komt puur en rustig over, maar is evengoed wat kleurloos. Het instrumentaal werk mag er alleszins zijn, op dat vlak laten de Antwerpenaren op dit debuut weinig steken vallen.
De band omschrijft de plaat als “een soort best of van voorgaande lofi demo’s. Maar dan beter gespeeld, opgenomen, gemixt en gemasterd.” Aan de ene kant is het hoorbaar dat ‘The pest’ een bruingebakken versie is van een deeg van jams en demo’s. Aan de andere kant past de lofi esthetiek opmerkelijk goed bij hun genre. Een concertprogrammator omschreef de band ooit als muziek uit een tijd waar een wilde en ongepolijste sound alomtegenwoordig was in de punkscène. Dat gevoel kunnen we beamen, alleen mag Fake Indians zich gerust wat harder laten gaan hierin. Het nummer ‘Lidl fuks’ is een mooie illustratie van waar de groep toe in staat is. Ongezouten en groovy terwijl de echo op de vocals doet denken aan een frontman die zijn publiek nieuw leven inblaast met een megafoon. We kunnen alleen maar hopen dat er een clip uitkomt van het nummer, opgenomen in een filiaal van desbetreffende supermarkt.
‘There was an ass’ is het kortste nummer van de plaat, en tegelijk een van de opvallendste. Een minuut lang herhaalt Janssens een kort gedicht, opgedragen aan het achterste. “There was an ass. They said it would never last. Because of all the shit that happened in the past.” Het is weliswaar een guilty pleasure om te headbangen op deze flauwe woordgrap.
Het debuut van Fake Indians is naast een verzameling van gepolijste demo’s vooral een goede demonstratie. De sinjoren hebben duidelijk een richting die ze uit willen en hebben de motor alvast laten warmdraaien. Alleen moet de metaforische auto die de groep zal vervoeren, nog getuned worden. De band zoekt langzaam haar grenzen op, maar durft er jammer genoeg niet over gaan.
Op 13 maart stelt Fake Indians het debuut voor in Het Bos. Meer info kan je vinden op de website van de zaal. Verder staan er shows in Jeugdhuis Tijl (28.03), Charlatan (01.05) en The Oven (29.05) op het programma.