FACS is naar eigen zeggen een kruisbestuiving van minimalisme en ruimte uitgepuurd in abstracte art rock. Het debuut ‘Negative houses’ getuigde van veel durf door typische postpunk -en noise rock-invloeden te gaan mixen met elkaar en zodoende nog enkele andere uitstapjes te maken zoals het bezwerende ‘House breathing’ of het begeesterende ‘Others’ van die plaat. Op ‘Lifelike’ lijkt de band dat fijnmalige geëxperimenteer aan de kant te schuiven voor veilige en soms wat cliché post punk.
‘Another country’ valt meteen met de deur in huis wat betreft clichés. De gitaarrif lijkt er namelijk eentje te zijn die van eender welke gemiddelde jaren tachtig post punk-song zou kunnen komen. De vervormde vocals, die op die manier ook te horen zijn op ‘XUXA’, van Van Herik hadden waarschijnlijk een beetje mysterieus moeten klinken, maar voelen echter met weinig emotie gebracht en klinken met die reverb gedateerd. De vrij angstopwekkende scheut noise in het tweede deel van het nummer zorgt voor de energiestoot die het nummer nodig had.
Het trio loste voor het uitbrengen van het album een single, ‘In time’, die buiten de context van de plaat echt goed klinkt. Binnen het album springt het nummer er echter maar weinig uit. De gitaarlijn klinkt dreigend en lijkt naarmate het nummer vordert steeds meer aan kracht te winnen terwijl de baslijn ijzig kil weerklinkt desalniettemin klinkt ze wederom vrij alledaags. De hoeveelheid noise wordt op dit nummer jammer genoeg beperkt tot een knetterend kampvuurtje op de achtergrond, wat tevens het geval is voor ‘Anti-body’ iets verder in de tracklist.
Het album sluit wel sterk af met het acht minuten durende ‘Total history’ dat naarmate het nummer vordert ergens naar lijkt op te bouwen maar niet echt een loutering kent. Daartegenover vervormen de typische post punk riffs naar toenemende static noise waar op het einde klanken niet eens meer hoorbaar lijken te zijn.
In tegenstelling tot hun experimentele debuut, vervaagt FACS bijna tot een schim van zichzelf op ‘Lifelike’. Dat debuut leek de groep een eigen smoel te geven in een genre dat best moeilijk te herdefiniëren valt door pioniers die het genre zo groot hebben gemaakt in de jaren tachtig. Met deze opvolger schijnt de groep voor zekerheid te kiezen en verdrinken ze zodoende bijna in de clichés van het genre, wat jammer is.