Leslie Feist, Jenny Lewis, Zooey Deschanel: lentefrisse meisjes die hun haren tot net boven hun ogen draperen, hebben altijd een streepje voor in onze wereld. Zo ook Eleanor Friedberger, de indiepophinde die samen met broerlief Matthew jarenlang alle kanten op stuiterende psychedelica maakte onder de naam The Fiery Furnaces. De Amerikaanse muziekwebsite Pitchfork omschreef die groep onlangs nog als popmuziek zoals romanschrijver Thomas Pynchon zich die zou inbeelden: “onvermoeibaar globetrottend, ademloos gecompliceerd en een klein beetje cartoonesk”. Maar ook: vermoeiend en soms zelfs ondoordringbaar. Diens meesterwerk ‘De Regenboog van de Zwaartekracht’ is niet voor niets een turf van meer dan 700 pagina’s, met 400 personages en talloze subplots.
Nee, dan is Friedbergers tweede soloalbum ‘Personal Record’ veeleer een lichtere Stephen Chbosky. Niet dat de Amerikaanse een muurbloempje is, maar haar persoonlijke, tongbrekende teksten lezen weleens als dagboekfragmenten: van een kletterende narratief voorzien, gebracht met gevoel voor humor, niet zelden ironisch en gelardeerd met clevere woordspelletjes. Het lijken wel auditieve polaroids van het leven – en vooral de liefde – van Friedberger. Zo is er het magnifieke, met popcultuurreferenties doorspekte ‘When I Knew’, dat met teksten als “We both like weird music, so you played me Soft Machine” en “She was wearing a pair of overalls so I sang Come On Eileen” op applaus zal kunnen rekenen bij muziekfreaks die zonder scrupules hun innerlijke High Fidelity-nerd durven loslaten.
‘Other Boys’ is minder lichtvoetig. Friedberger bezingt een open relatie, maar beschrijft de ‘andere meisjes’ van haar seksvriendje met opvallend veel detail en lyriek. Zo is er die blondine die in een band zit met haar tweelingzus en hem altijd een lift geeft, die griet die groter is dan een basketspeler en degene die altijd zijn sigaretten rookt. En ja, zo zingt Friedberger, er zijn ook andere jongens, maar je weet: het steekt. Welke kant van de liaison je ook het bekendst voorkomt, meeleven doe je sowieso. De zangeres met Duitse en Griekse wortels brengt haar nummers nog altijd met die fluks ratelende stem – soms wat eentonig en beperkt, maar tegelijkertijd kwieker dan Kevin Janssens op vrijersvoeten. De nummers op ‘Personal Record’ zijn intiem en tegelijkertijd springerig, en hoe ver die adjectieven in het emotiepalet van een normaal mens ook uiteen liggen, Friedberger brengt de spagaat tot een goed einde zoals Aagje Vanwalleghem in haar grote dagen.
Waar haar solodebuut ‘Last Summer’ nog een verarmd Fiery Furnaces-album leek zonder de gekke synthesizerriedels van broer Matthew, volgt Friedberger op ‘Personal Record’ nadrukkelijk haar eigen drummer. De ingeweken New Yorkse kiest vaak voor niet voor de hand liggende ritmes, die soms veel weghebben van postpunkpatronen. En ja, op den duur gaan sommige te repetitieve akkoordprogressies vervelen. Maar dan passeert het bipolaire ‘Singing Time’, een glorieuze afsluiter, of denken we terug aan het naar Californische pop knipogende ‘Stare at the Sun’, dat begint met zo’n stevige, zelfverzekerde gitaarintro die lijkt te stammen uit de tijd dat The Strokes nog relevant waren. En dus besluiten we: verspil gerust blindelings een morzel bandbreedte aan de eerste vier en de laatste twee nummers van dit persoonlijk album.
Eleanor Friedberger live zien kan op 6 septembe EKKO te Utrecht (info & tickets).
Verdeeld door Konkurrent