Om een of andere reden worden de Dropkick Murphys vaak wat stiefmoederlijk behandeld in de vakpers. “Inspiratieloze pretpunk”, heet dat dan, alsof ze enkel geschikt zou zijn voor bonkige zeelieden of dertigplussers met een chronisch alcoholprobleem.
Wij willen bij deze een warme oproep doen om dat scepticisme achterwege te laten. Het is waar dat hun natuurlijke habitat voor eeuwig de Irish Pub zal zijn. Maar de Murphys hebben wel de kunst om altijd en overal een zaal, tent of weide in vuur en vlam te zetten. Ook over hun werkijver valt geen slecht woord te zeggen. Tussen het non-stop toeren door slagen ze erin om platen af te leveren aan een tempo waar de gemiddelde producent van pornofilms bijzonder tevreden mee zou zijn. ‘Signed and Sealed in Blood’ is nummer acht, en staat alweer bol van de catchy punkrocksongs waarin keer op keer bewezen wordt dat de dood van de doedelzak nog niet voor vandaag is.
Hun vorige plaat ‘Going Out in Style’ was een conceptalbum dat het verhaal vertelde over een Ierse immigrant. Niets van dat op deze nieuwe: de aanstekelijkheid stond centraal. De Murphys hebben plezier beleefd aan het maken van ‘Signed and Sealed in Blood’, en dat hoor je. Enkele elementen komen wel vaker terug bij albums van de heren uit Boston, Massachusetts: de singalongs die de refreinen van onder meer de explosieve opener ‘The Boys Are Back’, ‘Prisoner’s Song’ en ‘The Battle Rages On’ kleuren. De overvloedige sportreferenties: “This one’s for our favorite game; black and gold we wave the flag” klinkt het in ‘Rose Tattoo’, als verwijzing naar de zwartgoude ijshockeyploeg Boston Bruins. En ‘Jimmy Collin’s Wake’ is een ode aan een gelijknamige baseballspeler. Het lied begint wat kinderlijk, maar krijgt toch voldoende cachet door de innemende samenzang tussen brulboei Al Barr en charmante drunken uncle Ken Casey.
Het doet deugd om vast te stellen dat de Murphys voor dit album enkele nummers hebben geschreven die makkelijk een plaatsje in hun best-of kunnen veroveren. De mosterd voor de gitaarlijn in ‘My Hero’ hebben ze duidelijk gehaald bij hun grote helden The Ramones, maar ze hoeven zich er alvast niet voor te schamen. ‘Rose Tattoo’ lijkt tot drie keer toe stil te vallen, om dan toch weer te hervallen in een smakelijke mix van folk en opzwepend drumwerk die niet zou misstaan op de soundtrack van ‘Braveheart’. En met ‘The Season’s Upon Us’ hebben ze een nominatie voor leukste tongue-in-cheek kerstsong te pakken: het lijkt zeemzoet te beginnen, met versierde bomen, maretakken en eierpunch. Maar al snel krijg je door dat de zanger toch niet zo tuk is op de familiefeestjes. “Some families are messed up while others are fine; if you think yours is crazy, well you should see mine” en “You can keep your opinions, your presents, your happy new year; they call this Christmas where I’m from” zingt Casey, met een hilarische kleffe kerstdeun op de achtergrond.
Afsluiter ‘The End of the Night’ is alles waar de Murphys voor staan. Het schetst het beeld van een uitgelopen café-avond, maar naar huis gaan zit er nog niet meteen in. Teveel verhalen te vertellen en teveel liedjes te zingen. Het zijn de dingen des levens. Misschien niet de jouwe of de mijne, maar ze zijn universeel, en er zijn er maar weinig die er in slagen om die met zoveel innemendheid te brengen als deze Dropkick Murphys. Of zoals Ken Casey zingt: “we’re generous guys with our hearts on our sleeves; misunderstood though the boss disagrees”.
Dropkick Murphys spelen op 30.01 samen met Frank Turner in de Brielpoort in Deinze – info & tickets. Een Nederlands concert staat er voorlopig niet op het menu.
Album verdeeld door V2