Natalie Mering, ofte Weyes Blood, werkte in het verleden samen met Ariel Pink en Father John Misty. Die eerste hielp ze aan een ep die harmonieus de geschrifte stijl van Pink samenbracht met de fluwelen songs van Mering. De titeltrack van Misty’s ‘God’s favorite customer’ voorzag ze van een tweede stem: niet in het minst dankzij haar bijdrage een hoogtepunt op ‘s mans laatste plaat. Op haar laatste langspeler scheurt Weyes Blood zich eindelijk los van deze bijrol die we de Amerikaanse vroeger net iets te gemakkelijk konden toeschrijven, ondanks het fantastische ‘Front row seat to earth’ (eindejaarslijstjesmateriaal in 2016).
Een hele waslijst aan onderwerpen passeert de revue op dit album: ‘Everyday’ heeft het sarcastisch over relaties in deze like– en swipecultuur. ‘Wild time’ schetst de angsten die in het hoofd van een klimaatactivist rondspoken. ‘Movies’ wijst de liefdesutopieën van Hollywood met de vinger. ‘Andromeda’ klaagt symbolisch seksisme in de muziekindustrie aan. De albumtitel tot slot verwijst naar het penibele zeeniveau en het overschatten van onze eigen mogelijkheden om die alsnog op te lossen – zoals ook het luxeschip begin vorige eeuw z’n onverwoestbaarheid te hoog inschatte. Zo kaart het een wijdverspreide bundel van problematieken aan, al gebeurt dat zo herkenbaar en subtiel dat het veel meer ontroert dan beleest.
Maar goed, we zijn hier dus in de eerste plaats om de muziek te analyseren. ‘Titanic rising’ haalt elementen uit pop, (neo)folk en psychedelica en is uiterst zorgvuldig uitgewerkt. We krijgen royale strijkerarrangenementen, lapsteel-gitaren, organische electronica en de breekbare, doch grootse stem van Mering. Elke song is intelligent in de kern en in z’n uitweidingen. ‘Movies’ begint zo apocalyptisch en nogal rigide en biedt tegen het einde een overweldigende oplossing aan. Het vooruitgestuurde ‘Andromeda’ ontroert twee maanden na uitgave net evenveel als toen we het voor het eerst hoorden. De titeltrack is dan weer een ambient-tussenstuk à la ‘Treefingers’ vanop Radioheads ‘Kid A’. Het refrein van ‘Something to believe’ ten slotte is het knapste wat we in heel lange tijd hoorden.
De immer rijke en dromerige, bijna optimistische composities maken ‘Titanic rising’ uniek hoopvol zonder de soms keiharde realiteit uit de weg te gaan. Het is een album dat tegelijk extreem uitgedacht en ongewoon natuurlijk aanvoelt en het maatschappelijke moeiteloos met het intieme verbindt. Muziek en inhoud komen er samen tot een prachtige symbiose. Al is het vooral een plaat waarvan geen enkel woord de pracht kan evenaren dus daarom nog een allerlaatste raad: luister ernaar, nu de zeespiegel de mensheid nog niet helemaal heeft ingehaald.
Weyes Blood komt samen met Hand Habits op 4 mei naar Les Nuits Botanique. Tickets en info vind je op de site van de zaal.