Zes jaar geleden kwamen de Britse broers Loveless aan de deur bonken met hun zelfgetitelde debuutplaat. Vier jaar geleden was het beleefde klopje vervangen door een sloophamer in de vorm van ‘Undertow’. En toen werd het plots stil – onaangenaam stil. Het bouwverlof is met derde plaat ‘Strange creatures’ voorbij, maar het vertrouwde beukwerk blijft voorlopig uit. Het lijkt wel alsof de tijd (en het bijhorende volwassen worden) de energie van de broers heeft ingeperkt op een efficiëntere wijze dan een betonstop ooit onze Vlaamse verkavelingswoede zou kunnen inperken.
Drenge effende mee het pad voor dat andere Britse powerrockduo Royal Blood. In tegenstelling tot hun landgenoten bezondigt Drenge zich in gebalde rocknummers als ‘Autonomy’ en ‘Never see the signs’ niet aan opzichtig spierballengerol. Wel sluipt er een drang naar grootsheid in het geluid door het gebruik van elektronica in het instrumentarium (het slot van ‘Teenage love’ en ‘No flesh road’). Tijdens ‘Prom night’ duiken er zelfs blazers op, die het nummer de bombast geven die de titel suggereert, maar die verder vooral aanvoelen als een te strak kleedje of op de groei gekocht overhemd dat je naar zo’n bal zou dragen.
Ondanks die vrij onnodige toevoegingen blijft Drenge wel trouw aan het universum dat de broers scheppen. De strange creatures ontmoet je langsheen verlaten wegen en mistige bossen, alsof de band de potige soundtrack bij een film van Nicolas Winding Refn aflevert. Het is met die eigengemaakte sound dat de band zich weet te onderscheiden, want op muzikaal vlak gebeurt er weinig wereldschokkends.
Creatief omgaan met de beperkte ruimte is een goede maatregel voor een leefwereld die opgevuld wordt met een kakofonie aan fermettes. In het geval van Drenge zorgt die zoektocht naar uitbreidingsmogelijkheden echter voor lelijke details die het verder strakke design ontsieren. Kan iemand volgende keer een kritische architect/producer inschakelen?
Drenge speelt donderdag 8 april in Trix (info & tickets).