De vraag of we in 2025 uitgekeken raken op (Britse) noise en post-punk is dankzij DITZ snel beantwoord: nee. Vorig jaar stond dit zootje ongeregeld uit Brighton maar liefst zes keer op de Belgische planken. Live is de band dan ook een ongetemde furie die je met één blik weet te onderwerpen. Met hun tweede worp ‘Never exhale’ brengen ze diezelfde meedogenloosheid rechtstreeks je huis- en bovenkamer binnen.
Sonic City, zondagmiddag, DITZ heeft net de main stage geopend (ze spelen die avond ook nog in Frankrijk) en het publiek blijft even verweesd achter. Ondanks het ontiegelijke uur speelde het vijftal met de overgave van op bloed beluste dolle honden. Alsof het zomaar hun allerlaatste show kon zijn en iedereen tot het gaatje ging. Zanger C.A. Francis gaf onlangs te kennen dat de reden dat DITZ nieuwe nummers schrijft, is om meer shows te kunnen spelen. Die optredens zijn dan weer van vitaal belang om te groeien als band en om het potentieel van de nummers te maximaliseren. Het quintet heeft geen boodschap aan fungeren in de middenmoot. De blitzkrieg wordt ook op plaat doorgetrokken. En dat met nummers die, dixit DITZ, hun ware kracht pas tonen in samenspel met een publiek.
‘Never exhale’ is als de zwemles in onze kindertijd, waarbij je voor punten én je imago zo lang mogelijk je adem moet inhouden. Wanneer het moment daar is dat je lichaam zegt dat je terug naar de oppervlakte moet, maar jij kost wat kost nog even doorbijt. Die dualiteit van beklemming, benauwdheid en de overwinning daarvan, is wat ‘Never exhale’ teweegbrengt. Klinkt weinig opbeurend, al is er meer aan de orde. DITZ verkent post-punk, hardcore, noise, mathrock maar omart evengoed pop invloeden. ‘Four’ is opzwepend, bezit frivole gitaarpartijen en een herkenbare structuur. Het refrein en de baslijn van ‘Taxi man’ parasiteert dan weer uiterst snel je hersenpan.. DITZ lijkt daarmee te beseffen dat je jezelf niet verloochent als nummers evenredig bevattelijk als troebel klinken. Die handelswijze zal alvast de deuren naar een breder publiek openen.
De reële kracht van de plaat huist echter in de psychologische oorlogsvoering door het creëren van een waas van onbehagen met een bijna ondraaglijke aantrekkingskracht. DITZ manipuleert de verstikking waardoor er nauwelijks ruimte is om op adem te komen. Des te langer de plaat duurt, des te beklemmend ze aanvoelt. Afsluiter ‘Britney’, dat zowel qua titel als sound heel dicht bij Raketkanon aanleunt, wordt behoedzaam aangevat. Wat volgt is het letterlijk en figuurlijk opbouwen van onrust en spanning tot de zeven minuten als in een knip zijn gepasseerd. Ook de post-rock adaptatie ‘Smells like something died in here’ provoceert met een slepende, minimalistische opbouw minutenlang de gemoederen, weliswaar zonder finaal de trekker over te halen.
DITZ beseft dat de agitatie en onrust in Francis’ stem een troefkaart is die ze zo effectief mogelijk uit de verf wil laten komen. Terwijl Francis In ‘Senor Siniestro’ kil reciteert houden de overige bandleden zich vrij ingetogen op de achtergrond. Het vergroot daarmee de dramatiek wanneer het volle potentieel benut wordt. De keuze om regelmatig bepaalde bandleden kortstondig uit te schakelen is een recept dat doorheen de plaat verder geperfectioneerd wordt. ‘18 wheeler’ weerspiegelt de mastodont die nietsontziend over de weg raast. Het zijn echter de korte momenten van stilte in het nummer die het meest beklemmend aanvoelen. Als ‘The blair witch project’ waarbij de angst voor angst de grootste huivering veroorzaakt.
Waar DITZ in ons ogen wel de bal iets of wat mis slaat, is hun soms zeer abrupte overgangen tussen de nummers. Het breekt een enkele milliseconde de beleving, al zou het goed kunnen dat dit net het effect is dat de herrieschoppers beogen. Elke sonische uitspatting op de plaat dient namelijk een specifiek doel, waardoor de heren een erg straf stilistisch kunststuk afleveren.
“Today, I feel like Josef K. but I got more life than a cat does.” klinkt het in ‘God on a speed dial’, verwijzend naar ‘Het proces’ van Franz Kafka. In vrijheid gevangen in een door een ander gecontroleerde realiteit, ‘Inhale exhale’ heeft alvast hetzelfde effect op ons. Opnieuw slaagt DITZ er in om in complete beheersing de aarde te verschroeien. ‘The body as a structure’ was ons live reeds opgevallen, op plaat klinkt het nummer minstens zo aanlokkelijk. Niet voor het eerst speelt DITZ met ritmes en energiegolven. Snaarpingelen wordt hierbij een soort kunstvorm om klank te geven aan een onderlaag nervositeit. Het maakt de eruptie die erop volgt zowel voorspelbaar als onafwendbaar waarna kletterende emoties die alle richting verliezen in een episch eindakkoord. DITZ is op geen enkel moment van plan je uit hun overheersing te laten ontsnappen, tegelijkertijd is het er best wel aangenaam vertoeven.
Op 2 maart staat DITZ in een uitverkochte Botanique.