Twee jaar na haar internationale doorbrak met een verzameling frisse popliedjes op ‘Ten love songs’ keert Susanne Sundfør terug met de tegenpool daarvan. De opeenstapeling van persoonlijke problemen, slechte relaties en de druk van een album volledig zelf produceren werd de Noorse artieste te veel. Tot aan een depressie toe. Op haar nieuwste langspeler put Susanne kracht uit al die donkere leemtes in de nasleep van ‘Ten love songs’, wat een mooi album is maar ook een mes dat voor haar aan twee kanten sneed.
Tijdens het begin van haar schrijfproces zonderde Sundfør zich bijna Justin Vernon-gewijs voor een groot deel van de nummers af ergens ten oosten van Londen, haar toenmalige thuis. Daar vond ze troost in het schrijven van liedjes. Het resultaat daarvan is een plaat waar de Noorse de pop-allures van haar voorganger opzijschuift en zich meer richt op pure, etherische folkliedjes met een zekere grandeur die baden in een sprookjesachtige somberheid. Geen ‘Accelerate’ of ‘Kamikaze’ te bekennen hier dus.
Haar tegendraadse karakter verbergt de singer-songwriter allerminst. Hoewel de liedjes met een uitgedunde minimalistische begeleiding van akoestische gitaar (‘Mantra’) of piano en klarinet (‘Bedtime story’) vaak soberheid uitstralen, weet Sundfør het wel spannend te houden. Het zij met verzachtende of verrassende outro’s, een onverwachte maar strelende saxofoon in ‘Good luck bad luck’ of dreigende ambient met drones die over je hoofd vliegen in ‘Sound of war’.
‘Music for people in trouble’ is op de eerste plaats een contemplatief album. Sundfør filosofeert en nuanceert. Zo gaat dat in ‘Mantra’ – wat lijkt op een muzikale knipoog naar Julee Cruise’s ‘Falling’ – van voorzichtig zichzelf moed inspreken in het begin (“I’m as lucky as the moon”) tot uiteindelijk existentieel tobben (“I’m as empty as the earth”). Susanne zweeft met haar fragiele zang doorheen luchtige, warme instrumentatie tussen troostend toeverlaat en professioneel cynicus in. Dat laatste wordt vooral duidelijk wanneer ze mediteert over de liefde. Een nummer met de titel ‘No one believes in love anymore’ laat op die manier weinig aan de verbeelding over.
De plaat is echter niet louter Susanne die binnenin zichzelf kijkt. Naast haar persoonlijke hel zag de Noorse het afgelopen jaar ook de turbulente chaos in onze afbrokkelende wereld. Sundfør reisde de planeet af, van Brazilië tot IJsland en Noord-Korea. De inspiratie daaruit leidt tot klaagzangen over verscheurende oorlog in ‘Sound of war’ en zorgen over de klimaatverandering. In ‘Reincarnation’ en ‘Bedtime story’ versmelt ze zo het nakende einde met haar eigen liefdeservaringen door die in perspectief te zetten. Zelf omschrijft Susanne het album nochtans niet als een politiek, noch als therapeutisch project. Met haar introspectie en haar kijk op de wereld wil ze vooral een manier zoeken om kalm en gezond te blijven. Toch maakt Sundfør samen met John Grant plaats voor een spokend low-key protestlied om de plaat af te sluiten. “What we are, what we want, will never change. We will break through your walls, unstoppable.” We zijn nog niet verloren.
‘Music for people in trouble’ is een album waarop Susanne Sundfør pijn en troost op een cinematische manier verenigt tot een fragiele plaat waar ze een uitgepuurde versie van zichzelf laat horen. Dat doet ze zonder de overdramatische toer op te gaan. “I think we need to sing soothing ballads instead of screaming at each other when things get rough”, zei ze onlangs nog in een interview. Hoewel we twijfelen of alles daardoor meteen zal beteren, is haar bijdrage desalniettemin meer dan welkom.