De Nederwave op ‘Staal op staal’ van dorpsstraat 3 kon een uniekere smoel gebruiken

door Kobe Rombouts

Er moet iets in het Nederlandse drinkwater zitten. Een overdosis valium misschien? Hoe kan het anders dat er momenteel zoveel Nederlandse bands grossieren in koelbloedige, analoge new wave en post-punk? De koploper binnen het Nederwave-genre is ongetwijfeld De Ambassade. Ook andere zwartjassen als Betonkunst en Stippenlift doen het goed in misantropische kringen. Wie na al dat moois nog steeds nood heeft aan donkere deuntjes, kan zich nu laven aan ‘Staal op staal’ van dorpsstraat 3. De hamvraag: kan het vijftal zich op hun debuutalbum onderscheiden van alle voorgenoemde conculega’s? Het antwoord: ja en nee.

Ja, want hun eerste wapenfeit is zowaar een conceptalbum geworden. Al is dat misschien een loze term: kent niet elk album een soort concept? Feit is dat ‘Staal op staal’ zich afspeelt in een fictioneel industriedorp dat z’n beste tijd heeft gehad. De omineuze intro ‘Nieuws 1’ kan tellen qua sfeerzetting. “Dagelijks worden er duizenden kilo’s rauw materiaal verwerkt tot metaal“, deelt een krakkemikkige nieuwsstem ons mee. De omineuze synths op de achtergrond verraden het al: van al die industriële pracht en praal is er niets meer overgebleven. Wat rest is een industriële hellhole waar de inwoners langzaam voortschrijden, op weg naar de plaatselijke kroeg. Voor ‘Een vooruit, twee terug’ liet de band zich dan ook inspireren door Dimitri Verhulsts ‘De helaasheid der dingen’. “Koude bonen recht uit blik, want dat was alles wat er was“, klinkt het. De openingswoorden van het nummer lijken rond te zweven in een universum van ijle synthklanken en ingetogen drumcomputers. Reetveerdegem in zwart-wit, zo je wil.

Een unieke aanpak dus, maar toch mist ‘Staal op staal’ nét dat tikkeltje meer om zich te onderscheiden. ‘Die wonen niet hier’, ‘Niet terug’ en ‘Filmster’ gebruiken allemaal dezelfde ingrediënten: hoekige baslijnen, minimale percussie en zeurderige zang. Je kan het consistent noemen, maar op het einde van de dag voelt het allemaal nogal monotoon aan. ‘Koper’ probeert wat extra cachet te brengen door vooral op gitaargetokkel en etherische zang in te zetten, maar sleept te lang aan om te overtuigen. Wel overtuigend: ‘Dans met ons’, dat sterk gebruikmaakt van traag-snel-dynamieken. “Dans met ons mee / Een avontuur beleef je zelden maar alleen / Zoek je heil toch niet alleen bij de tv“, luid het. Het is een heerlijk refrein, lekker klagerig gezongen.

Een verdienstelijke poging tot Nederwave dus, al zou een uniekere smoel Dorpsstraat 3 niet misstaan. Wie weet dat het kwartje valt als we band live zien in een bedompte, verlaten parochiezaal. Of een festivaltent naar keuze, dat mag ook.