Is dit het begin van een traditie? D’Angelo treedt in de voetsporen van Beyoncé door op de valreep van het nieuwe jaar te verrassen met de release van een langverwacht album. Als “boo, I got this” het mantra was van B’s ultrahip en modern klinkende laatste, dan lijkt D hier te zeggen: “Boo, I still got this”. Op ‘Black messiah’ hoor je geen beats of ander digitaal knutselwerk, wel analoge drums en funky gitaren. Het resultaat is een plaat zonder jaartal, meer Blue Note dan Blue Ivy.
De vraag is echter of een tijdloos geluid ook garant staat voor een tijdloos werk. Voor we daarop antwoord geven, willen we het met u toch nog even hebben over, jawel, tijd. Dat het vijftien jaar geduurd heeft om een opvolger klaar te stomen voor zijn klassieker ‘Voodoo’ wist u waarschijnlijk al. Het ging even niet goed met de man, maar met de wereld gaat het eigenlijk nog slechter. En daarom wil D’Angelo in deze bange tijden je vooral een hart onder de riem steken en een schop onder je kont geven, want de zwarte Messias, dat zijn u en ik, de macht van het collectief.
Aanvankelijk waren het de hoog oplopende spanningen tussen blank en zwart in het Amerikaanse Ferguson, die D’Angelo motiveerden om het album vroeger dan voorzien te droppen. Nu ook Europa het jaar aftrapt met toenemende polarisering, klinkt zijn boodschap hier evengoed klaar en duidelijk. “Question ain’t do we have resources to rebuild / do we have the will?”, zingt hij veelzeggend op ‘Till it’s done (tutu)’.
Toch wordt het nooit zwaar politiek. Enkel in ‘The charade’ wordt structureel racisme expliciet aangekaart en van dat nummer blijft eigenlijk vooral de heerlijk broeierige sfeer bij. ‘Sugah daddy’, nog zo een hoogtepunt, is bijvoorbeeld een heel ander paar mouwen. Op de tonen van een verslavend, jazzy pianomelodietje speelt de soulvernieuwer een verleidelijk spel. De instrumenten knetteren, knisperen en laten horen waarom funk en seks zo dicht bij elkaar liggen. Om nog maar te zwijgen van die tekst, daar krijgen we al helemaal ‘rooie oortjes’ van. Spelen met de letterlijke en figuurlijke betekenis van ‘baby’ loopt in minder getalenteerde handen geheid fout af. D’Angelo schept er net pervers plezier in.
Met The Vanguard heeft de zanger bovendien een stelletje rotgetalenteerde muzikanten in zijn rangen. Ze drijven mekaar hoorbaar tot het uiterste. In afsluiter ‘Another life’ culmineert dat in een weergaloze jamsessie waar de zanger niet anders kan dan het uitgillen. Zo klinkt die ‘Black messiah’ dus: individueel sterk om als collectief nog sterker te staan.
Maar om terug te komen op onze vraag van daarnet: een absolute topper voor de annalen der tijdlozen is het niet geworden. Daarvoor klinkt het bij momenten te flets (‘Till it’s done (tutu)’, ‘The Door’) en soms zelfs eendimensionaal drammerig (‘1000 Deaths’). Bij een plaat waar zo lang aan gesleuteld is valt ergens wel te betreuren dat net in de basis, het songschrijven, de gebreken liggen. Dat neemt echter niet weg dat het nog steeds duimen en vingers aflikken is bij de zoete zonde van een nieuwe D’Angelo.
D’Angelo live aan het werk zien kan op zaterdag 7 maart in Vorst Nationaal
Album verdeeld door Sony
Wil je kans maken op een exemplaar van dit album? Klik dan snel hier.