De wereld zien! Muziek spelen! Ah, de dromen wanneer je – Courtney Marie Andrews inclusief – zestien bent. Andrews vertrok en belandde als backing vocalist en toetsenist bij de punkpopband Jimmy Eat World (19 jaar!), in Seattle bij Damien Jurado (23 jaar!) en in Leuven met Milow (24 jaar!). In de Belgische universiteitsstad legde ze de fundamenten van het album ‘Honest life’, wat haar doorbraak betekende. Met ‘Old flowers’ levert ze al haar zevende studioplaat af.
De dertigjarige maakt voornamelijk gebruik van haar gitaar en stem, alsof ze nog altijd de wereld op haar eentje aan het rondreizen is. Bij ‘Old flowers’ is dat niet anders. De Amerikaanse versterkt haar twee hoofdelementen subtiel. Haar set-up is akoestisch, waarbij ze begeleiding krijgt van toetsenist/gitarist Matthew Davidson (Twain) en drummer James Krivchenia (Big Thief).
In ‘Burlap string’ verzorgt de singer-songwriter de melodramatische sfeer door het gebruik van een pedal steel (“But deep down you know the truth / There’s no replacing someone like you”). In ‘Guilty’ en ‘Together or alone’ werkt ze met een nagalmde piano: de wit-zwarte toetsen lijken het bijna even zwaar te verduren als de personages waarover ze zingt (“But I know I’d hurt you too / Get bored, find someone new / I cannot give my love to you”).
In het titelnummer overstijgt ze het gemiddelde folkalbum met haar poëtische observaties (“You can’t water old flowers”). Ook de metafoor van ‘Ship in the nights’ is slim en sprekend. In ‘How you get hurt’ verbeeldt de pedal steel letterlijk de pijn. Dit maakt het rustige breakup-album makkelijk verteerbaar.
Met ‘Old flowers’ focust Andrews op haar gevoelens. Misschien is het dan niet geheel toevallig dat de albumcover wat weg heeft van een Rembrandt-schilderij waarbij de singer-songwriter fel afsteekt tegen een donkere achtergrond. Net zoals de Hollandse meester weet ze door het gebruik van bepaalde technieken de minimalistische folk te spijzen met slimme accenten waarmee het album helemaal tot leven komt.