Conduits zijn het prototype van het genre shoegaze, hoe ijverig ze het ook willen ontkennen. Probleemloos stel je je de zes leden voor als een naar hun schoenen starende bende. Wonder boven wonder sluit hun muziek ook nog eens perfect aan bij de beschrijving. De gitaren galmen op het titelloze album op gelijke toonhoogte met de mystieke stem van zangeres Jenna Morrison.
Het debuut van het Amerikaanse sextet begint alvast veelbelovend. ‘Top of the Hill’ luidt zichzelf mooi in. Jammer genoeg zet dit niet de toon voor de rest van het album. De nummers zijn veelal slepend, en na zes minuten beginnen ‘The Wonder’ en ‘Well’ in te werken als een zwak slaapmiddel. Nu, dat is niet geheel ontoepasselijk maar er ontbreken nieuwe geluiden. Geluiden die andere groepen die ook onder de noemer shoegaze vallen (denk School of Seven Bells of Warpaint) wel hebben gevonden.
De dromerige, geheimzinnige nummers worden nog eens onderlijnd door de repetitieve instrumentale stukken, waar ze zeker niet te zuinig mee zijn geweest. Het maakt het allemaal ontzettend fijn voor de muzikanten onder jullie, maar het zijn songs als ‘Misery Train’ die een groter publiek zullen moeten verlekkeren. Conduits komen er tot leven maar houden hun karakteristieke enigma’s dicht bij het hart.
Voor vernieuwende, verbluffende shoegaze moet je niet bij Conduits zijn. Een groot publiek zal de groep met dit album niet kunnen bereiken. Daarvoor is het te slepend en moet je te hard zoeken naar de ravissante deeltjes, die trouwens vooral verstopt zitten in de eerste minuten van ‘The Wonder’.
Album verdeeld door Beep! Beep! Back up the Truck