Ah, postpunk. Een genre dat avontuurlijk voortborduurt op de fundamenten van de punk. Een genre waar invloeden uit allerhande andere stijlen welkom zijn om spannend en fris te blijven klinken. Verder is het ook een genre vol kwinkslagen en zijwegen. Er is het potentieel om nooit te vervelen. Laat het net dat potentieel zijn dat Cola nergens benut op hun tweede album ‘The gloss’.
Akkoord, het is geen goed plan om een album te beluisteren terwijl je krampachtig de kenmerken van een bepaald genre probeert af te vinken. Het kan namelijk zijn dat Cola na hun debuut ‘Deep in view’ uit 2022 een andere weg wil inslaan. Indierock bijvoorbeeld? Nee, daarvoor klinkt het geheel te doordeweeks. Art-rock dan? Kan er iemand ons dan uitleggen wat er ‘artsy’ is aan 40 minuten zielloze, slappe gitaarriedeltjes spelen?
Nummers als ‘Tracing hallmarks’ en ‘Pulling quotes’ modderen maar wat aan zonder duidelijk doel voor ogen. ‘Pallor tricks’ en ‘Down to size’ zijn iets meer uptempo. Al missen ze snedigheid om over de hele lijn te blijven boeien. Jammere zaak, want tekstueel poneert Tim Darcy, zanger van het ter ziele gegane Ought, interessante zaken. “Conversation / Pan back to the camera man slowly / And if you’re able / Whisper my line back to me“, dreunt hij in ‘Pallor tricks’. Een observatie van vervreemding? Een aanklacht tegen de continue media-aandacht die je als artiest moet ondergaan en de bijhorende stress? Als het allemaal niet zo onderkoeld werd gebracht, hadden we er graag wat verder over nagedacht.
Begrijp ons niet verkeerd: nonchalance kan, indien juist gedoseerd. Het kan een nummer dat tikkeltje extra edge geven. Indie-grootheid Pavement staat bijvoorbeeld bekend om hun je-m’en-foutisme. Ook een hedendaagse artiest als Courtney Barnett bewijst dat achteloosheid een prima smeermiddel kan zijn om de boel interessant te houden. Hebben zij wel en Cola niet: pakkende melodieën, originele ideeën en eigen smoelwerk. ‘Keys down if you stay’ en ‘Reprise’ zijn kleurloze niemendalletjes waar elke vorm van dynamiek of spanningsboog ontbreekt. Het verveelt. Verder prikkelt het amper en doet het uitkijken naar het nakende einde van de plaat.
Afsluiters ‘Bell wheel’ en ‘Bitter melon’ blijven gelukkig niet hopeloos rondploeteren in de middelmaat. Dat eerste nummer is tegendraads en springerig. De tweede bevat zowaar een opbouw. Darcy vertelt er over zijn slapeloze nachten die overvloeien in melancholische perikelen. Op de achtergrond begint het gitaargeweld te freewheelen. De band kan boeien, ze moet het alleen willen.
Acht luisterbeurten en evenveel in diep gepeins verzonken staarsessies met onze muur vragen we het ons nog altijd af: wat hoopten de Canadezen met deze plaat te bereiken? Het postpunk-minimalisme van Wire herkauwen? Een wedstrijdje om ter lamlendigst? Het blijft gissen naar het antwoord. Weten we wel: deze Cola kan meer prik gebruiken.