Ondanks het feit dat bands als The Cure en Killing Joke nog steeds bestaan en over een schare trouwe fans beschikken is het gothic-genre min of meer ten dode opgeschreven. Rond de eeuwwisseling ging ik regelmatig naar festivals die rond die muziek gebouwd waren, voornamelijk in Duitsland waar er iets meer enthousiasme was voor muziek waar het zonlicht geen plaats in had. Het is stuitend om anno 2019 op te merken dat nog steeds dezelfde acts de dienst uitmaken als destijds.
Als er één iemand is die traditionele gothic kan reïncarneren, is het de Amerikaanse Chelsea Wolfe wel. Ze slaagde er de jongste jaren in binnen bredere muziekkringen aanzien te krijgen met haar mix van duistere folk en gitzwarte doom metal. Met het toevoegen van hardere gitaren op ‘Abyss’ en ‘Hiss spun’ leunde ze echter sterker aan bij de hedendaagse donkere metalvarianten dan bij de gothic zoals ze in de jaren 80 geboren werd bij zielsverwanten als Siouxsie and the Banshees of Cocteau Twins.
‘The mother road’ zet de toon met een akoestische gitaarlijn met op de achtergrond dreigende strijkers. Voor Wolfe zelf is het een sleutelnummer van het nieuwe album. “I do not have a child, but I’m old enough to know some pain”, klinkt het. Een aanklacht tegen het verengen van het vrouw zijn tot het krijgen van kinderen. Het feminisme is een inspiratiebron doorheen het hele album.
Biedt de opener nog enigszins tempo, dan krijgt de wanhoop helemaal vrij spel in het titelnummer. Dat is in wezen verstilde folk, hoewel Wolfe dreigende geluiden toevoegt aan de akoestische gitaar waardoor het resultaat even bevreemdend als beklemmend is zoals ‘Be all things’ of het ijzige ‘Preface to a dream play’. De percussie is spaarzaam en dient enkel de donkere sfeer. De smekende stem van Wolfe exploreert haar lagere tonen, krijgt alle vrijheid en draagt de nummers. Bloedstollend mooi en niet te missen voor wie wat loden zwaarte wel de baas kan.
Dat ze daarnaast over een sopraanstem beschikt, horen we in andere nummers die permanente dreiging uitstralen. ‘Erde’ ontaardt in een rituele outro waarin het tempo de hoogte ingaat. In ‘When anger turns to honey’ horen we Heather Nova die haar lieflijkheid heeft ingeruild voor zwaarmoedigheid. Enkel ‘Deranged for rock ‘n’ roll’ komt in de buurt van iets wat als conventioneel bestempeld kan worden. Het is ook het enige nummer waarin de gitaren echt elektrisch worden.
Met ‘Birth of violence’ worden de zware gitaren echter opgeborgen en krijgt duistere folk de hoofdrol. Na jarenlang getourd te hebben, besloot Wolfe zich thuis terug te trekken en er een eigen studio te bouwen. Het resultaat is een intimistisch album dat hoop en levensvreugde hermetisch buitensluit en op zijn best ijzingwekkend mooi is. Het is een huizenhoog cliché, maar ‘Birth of violence’ is de soundtrack bij het verdwijnen van de zomer. Ondanks de permanente somberheid maakt het het intreden van koud en nat weer net iets draaglijker. ‘Birth of violence’ is daarmee een klein meesterwerkje.