‘Morning, it Breathes’ is het wondermooie debuut van de jonge Amsterdammer Charles Frail. Het is het eerste deel van een drieluik waarin later ook ‘Mirror River’ en ‘City Fire’ zullen volgen. De poëzie en fingerpicking van Frail worden ondersteund door The Moulting Frames op viool, harp, trompet, cello en fluit.
Frail maakt er geen geheim van waar hij de inspiratie is gaan halen. Zijn stem is even fragiel, intiem en markant als die van Devendra Banhart of Antony and the Johnsons. De nummers gaan van elf minuten lang tot een minuut kort, net als bij Daniel Johnston.
De steeds terugkomende thema’s zijn de dageraad, dromen en slaap. Het maakt er een dromerig, bijna feeëriek album van. In ‘Would Ease my Pain, Would Sooth my Sense’ en ‘My Hands Were Meek, my Feet Got Stuck’ wordt er niet aan zingen gedaan maar draagt Frail eerder gedichten op (‘Know what will come / Sit by her side / Stroking her arms / Dressed in the light’). Het fraaist zijn de nummers met meer ritme als ‘My Blood was not Enough’ en ‘No Nothing Will Outlive This Glory’.
Charles Frail maakte voor de eerste 500 exemplaren van zijn debuut eigenhandig de hoes: hij kocht een naaimachine, honderd meter stof en begon eraan. Het resultaat is een kunstwerk, reden genoeg om toch nog maar eens een cd te kopen. Deze Nederlandse singer-songwriter is iemand om te koesteren en zo lang mogelijk in kleine, intieme zaaltjes te houden waar zijn onalledaagse stem het publiek krijgt die ze verdient.
Album verdeeld door Munich Records