Cassandra Jenkins is meester van haar universum op ‘My light, my destroyer’

door Jonas Vandenabeele

Cassandra Jenkins was klaar om haar gitaar aan de haak te hangen net voor ze ‘An overview on phenomenal nature’ uitbracht. Ze voelde zich verloren en dacht dat een carrière als beroepsmuzikant niet voor haar weggelegd was. Na de lovende kritieken op die fan-tas-tische plaat uit 2021 – een persoonlijke favoriet – gaf het haar een nieuw elan. Drie jaar later ligt opvolger ‘My light, my destroyer’ klaar. De verwachtingen zijn hooggespannen.

Op ‘Devotion’, maken we opnieuw kennis met de unieke stem van Jenkins en haar schrijftalent. Elke zin vormt een nieuw hoofdstuk in het verhaal dat ze vertelt. Het begint intiem en wordt grootser naar het einde toe. ‘Delphinium Blue’ begint dreigend en donker. De “oh’s”‘ worden gecomplementeerd door Jenkins’ zachte gecroon en parlando. Het is de eerste voltreffer op ‘My light, my destroyer’. De tekst is banaal en uit het leven gegrepen, maar lijkt over zo veel meer te gaan dan een job in een bloemenwinkel.

‘Shatner’s theme’ is het eerste intermezzo op de plaat. In deze kleine geluidskunstwerkjes doet Cassandra Jenkins wat ze als geen ander kan in: de wereld deconstrueren en aan de hand van geluidsfragmentjes terug heropbouwen in haar eigen universum. Zoals ook op ‘Betelgeuse’. De titel verwijst naar de op een na grootste ster in het sterrenbeeld Orion. We horen een speelse en lichtvoetige piano. Kort erna weerklinkt een opname van iemand die uitleg geeft over ‘Betelgeuse’. Het doet denken aan ‘Hard drive’ op ‘An overview…’ en dat is allesbehalve slecht. ‘Betelgeuse’ ontvouwt zich niet volgens een klassieke nummerstructuur. Het is eerder een meditatieve, jazzy reflectie op het dagelijkse leven. Een auditieve foto van een moment.

In ‘Omakase’ wordt het wél persoonlijk. Het woord is Japans voor “de keuze van de chef“. Al betekent het eigenlijk “ik laat de keuze aan jou“. Het is een breekbare Jenkins die zingt over dromerige melodieën en vertederende violen. Het gaat om overgave, zelfkennis (of het gebrek daaraan), en liefde. “My lover, my light, my destroyer, my meteorite” weerklinken de laatste tellen van het nummer. Toch voelt het helemaal niet zo destructief als de woorden doen uitschijnen. Wel teder en weloverwogen.

‘Aurora, IL’ en ‘Petco’ vormen de indierock meets americana-zijde van de plaat. ‘Petco’ heeft een 90’s altrock-randje. Het is misschien niet het sterkste dat op de plaat staat. Hoewel het erg catchy is. ‘Attente téléphonique’ is dan weer meditatief en jazzy. Ook ‘Tape and tissue’ voelt als een nummer dat uit een met-rook-gevulde jazzclub zou kunnen komen. Het staartje van ‘My light…’ met als titel ‘Hayley’ is een knipoog naar ‘Hailey’ vanop ‘An overview on phenomenal nature’ en ‘Halley’ vanop debuut ‘Play till you win’ uit 2017. Het verwijst naar haar vriendin en Hailey Benton Gates. Zij suggereerde de de naam als grap, en het bleef plakken.

‘My light, my destroyer’ toont de veelzijdigheid van Cassandra Jenkins, zowel muzikaal als tekstueel. Het zorgt er enerzijds voor dat de plaat minder een geheel vormt dan haar voorganger. Anderzijds zullen de verschillende stijlen het album toegankelijker maken voor een groter publiek. Jenkins weet nog steeds het dagelijkse op een haast spirituele manier te capteren. De prachtige composities zijn fundamenteel voor de wonderlijke plaat –  en dat kunnen we enkel toejuichen.

Cassandra Jenkins stelt het album voor op 16 november in Botanique (tickets & info).