Dan Snaith heeft zich enkele jaren voornamelijk met zijn Daphni-project bezig gehouden, maar zes jaar na ‘Our love’ is hij eindelijk terug onder de naam Caribou. Daarmee staat hij nog steeds garant voor de betere indietronica. Het zijn nog steeds Dans fleurige melodieën en zijn herkenbare falsetto die de kern van de muziek vormen, maar op ‘Suddenly’ wordt er duchtig geëxperimenteerd met andere klanken én emoties.
Dat wil niet zeggen dat het een hermetische plaat geworden is, want Caribou klinkt toegankelijker dan ooit te voren – en het project was sowieso al behoorlijk easy listening te noemen. Dat bedoelen we geenszins als een negatief punt, want de nummers die eruit springen zijn stuk voor stuk onweerstaanbare songs. Na de gemoedelijke intro ‘Sister’ doet Snaith al een eerste aanmoediging richting dansbenen met ‘You and I’. Het lied is opgebouwd rond stuwende synths en een simpel maar effectief drumpatroon waar steeds meer kleurrijke franjes aan toegevoegd worden. Hoogtepunt van de plaat is het extatische ‘Never come back’, dat het met zijn opzwepende percussie en disco-invloeden onmogelijk maakt om niet te beginnen shaken.
Wat bij deze nummers wel opvalt is dat de tekst niet overeen lijkt te komen met de sound. ‘Never come back’ is in feite een klaagzang over stukgelopen liefde en ‘You and I’ gaat over de zoon van zijn schoonmoeder die veel te vroeg overleden is. Waar de beats vaak uitbundig en optimistisch klinken, zijn de teksten van ‘Suddenly’ vaak net behoorlijk droevig. De sobere, blauwe albumhoes lijkt zo toch beter gekozen zijn dan je oorspronkelijk zou denken. Deze tweeledigheid geeft de muziek een unieke sfeer mee. Zelfs al zit je even in de put, dat hoeft nog geen reden zijn om niet los te gaan op de dansvloer.
Caribou blijft niet alleen maar veilig in zijn indietronica-hoekje zitten. ‘Sunny’s time’ lijkt wel haast een jazzy hiphop-track, inclusief vocal samples die zo gearrangeerd zijn alsof ze een rapflow bevatten, en het is enkel Snaiths herkenbare stem die verraadt op wiens naam het nummer staat. Ook ‘Ravi’ en ‘New jade’ zijn opgebouwd rond heerlijke vocal samples die tegelijk abstract en melodisch klinken. Het is een relatief simpel trucje, maar er wordt heel veel emotie gepuurd uit zoiets eenvoudigs.
Iets minder geslaagd is het slotstuk van de plaat, beginnend met ‘Like I loved you’. Op deze nummers wordt de neerslachtigheid van de teksten ook expliciet in de muziek zelf en lijkt de muziek eerder om te slaan naar melancholische pop. Op zich niets mis mee, maar het feit dat al deze songs samen gegroepeerd staan, met ‘Ravi’ als uitzondering, zorgt ervoor dat het geheel naar het einde toe wat gaat slepen. Na een hele plaat aan levendige nummers zit je nu eenmaal niet te wachten op een domper als ‘Cloud song’ om het geheel af te ronden, zeker niet als je de vorige twee nummers ook al op je danshonger bleef zitten. Een herschikking van de tracklist had de plaat hier deugd gedaan, want op zich is er niets mis met een beetje afwisseling.
Het is jammer dat de finale ons met een dubbel gevoel achterlaat, want voor de rest is ‘Suddenly’ gewoon weer een uitstekend album dat de zes jaar stilte moeiteloos weet te overbruggen. De melancholie die verpakt wordt in een optimistisch jasje nodigt uit tot peinzend swingen, een moeilijke emotie die in weinig muziek zo geslaagd opgewekt wordt als op deze nieuwe Caribou.
Caribou speelt donderdag 30 april op Les Nuits Botanique (info & tickets).