Een goede bandnaam is al het halve werk, en Cable Ties doet z’n naam alle eer aan. Het Australische trio wil zich onmisbaar maken voor liefhebbers van de betere postpunk-furie en een flinke portie maatschappijkritiek, net zoals spanbandjes dat zijn voor wie al eens een evenement organiseert of bij de scouts nooit heeft leren sjorren.
Australië is de laatste jaren hofleverancier van de betere gitaargroepen, met Melbourne als officieuze hoofdstad. Courtney Barnett, King Gizzard & The Lizard Wizard, Rolling Blackouts Coastal Fever, Tropical Fuck Storm, Amyl & The Sniffers, Jen Cloher, Twerps… Ze ontsproten allemaal uit de zuidelijke metropool. Met tweede album ‘Far enough’ is Cable Ties klaar om dat rijtje te vervoegen.
Op het zelfgetitelde debuut schreeuwde frontvrouw/gitariste Jenny McKechnie de wereld tegemoet, op ‘Far enough’ is er ook plaats voor zelfkritiek. “I’m not doing the best I can / On bad days I’m a parasite / On minor days I say at least I tried” geeft McKechnie grif toe in opener ‘Hope’. Wel heeft de band niks afgegeven van z’n geëngageerde en activistische houding – zie ze gerust als een down under-aanhanger van de Riot grll of lokale Girls Go Boom-ideologie. “Anger’s not enough” klinkt het op het gelijknamige nummer dat welgemikt eindigt na zeven minuten. Dit tweede album mag dan maar acht nummers tellen, de band houdt zich niet in om tegen postpunk-principes in langere songstructuren uit te proberen. Niet vanzelfsprekend, wel geslaagd: ‘Far enough’ verveelt geen seconde.
Cable Ties beschouwt zichzelf vooral als een liveband, en het drietal is erin geslaagd die verschroeiende energie in de studio op te wekken. Die ronkende bas in ‘Tell them where to go’, het snarengedribbel in ‘Sand castles’, het geschreeuw in ‘Not my story’: het komt allemaal stevig binnen. Met een geluid dat zo urgent, relevant en opzwepend klinkt, kan het niet anders dan dat Cable Ties hopelijk snel de sprong maakt naar een groter publiek. De nummers heeft het trio ondertussen al.