Een nieuwe plaat van Black Country, New Road (of kort BC,NR) is ontegensprekelijk iets om naar uit te kijken. Hun debuut ‘For the first time’ bezette vorig jaar namelijk het hoogste schavot in onze eigen eindejaarslijst. Live speelt de jonge Londense band al langer meer nieuwe dan oude nummers. Hun tweede plaat is om velerlei redenen fascinerend te noemen. De hype die rond de band de voorbije jaren werd gecreëerd krijgt er alvast een mythisch kantje bij. Zanger Isaac Wood verliet namelijk net voor de release de band wegens mentale problemen. Ondanks dat de band zonder Wood door zal gaan, zal de band nooit meer hetzelfde klinken. Alhoewel, wie weet komt ie ooit wel weer snel terug.
Al moeten we ook ‘dat’ relativeren, want hun tweede plaat slaat een behoorlijk nieuwe weg in. De band koos zeer bewust voor de vlucht vooruit en liet zich niet meeslepen in het verwachtingspatroon dat rondom hen werd gecreëerd: “think if we did that, people would want a record that sounded even more like Slint.” Geen Slint dus, ook geen post-rock, geen muzikale film noir scenario’s of paranoia. Hun sonische reis brengt hen deze keer in een universum waar klassiek minimalisme, indie-folk, pop en alt rock de kleuren bepalen.
De plaat opent met met een vrolijke, triomfantelijke intro die naadloos overgaat in het speels begin van ‘Chaos space marine’. Een nummer dat door Wood wordt omschreven als “het beste nummer dat we ooit schreven”. Een levendige piano, sfeervolle blazers, een energieke viool en een klassiek geïnspireerd crescendo creëren een heerlijk dynamisch en tegelijk coherent geheel. De kleine knipoog richting Arcade Fire nemen we er wel bij. Die vitaliteit is dankzij composities die puur, louterend en hartelijk klinken een rode draad doorheen een plaat die het thematisch over liefhebben, loslaten, helen, zoeken en vinden heeft.
BC,NR is kennelijk gestopt met het maken van nummers. Het vervaardigt nu stilistische kunststukjes als volleerde ambachtslieden. De orkestrale benadering zou niet misstaan als soundtrack bij een dansvoorstelling, een liefdesdrama in tijden van recessie of oorlog of bij een soort alternatieve Disneyfilm. ‘Concorde’ start als een ontbolsterend fluisterlied dat zich hult in tedere dynamieken. Het hele instrumentarium van de band schittert daarbij zeer ongerept maar tactvol. Het feeërieke liefdeslied ligt ver verwijdert van hetgeen de band ons op op hun debuut bracht. Toch zien we in de schrandere opbouw en de muzikale verhaallijnen een herkenbaar patroon. Het beklemmend gevoel van toen heeft plaatsgemaakt voor een grote mate van openheid. Wat maakt dat de plaat alternatief en toch toegankelijk klinkt zonder in te boeten aan hun eigenwijze karakter.
We zeggen het niet vaak, maar ‘Ants from up there’ lijkt de perfectie te benaderen. Niet enkel omdat ze muzikaal subliem is. Wood is evenwel een zeer begenadigd verteller. Bovendien speelt men ongecompliceerd met ritmes en harmonieën. Wat de plaat net zo uitzonderlijk maakt is dat ze geen enkele emotionele snaar onberoerd lijkt te laten. ‘The place where he inserted the blade’ is een prachtige muzikale vertaling van de (veer)kracht van kwetsbaarheid. Het was lang geleden dat we tot tranen toe werden bewogen door een nummer dat zo opgewekt klinkt. ‘Bread crumbs’ is nog zo’n voorbeeld van een uitgebeend nummer dat schoonheid langzaam laat opborrelen. Tot het ritmisch getik van drumstokken een nieuw levenslustig hoofdstuk inluidt. Woorden vatten zeer moeilijk hoe de pracht van dit nummer een enorme emotionele lading kent.
In het dubbel slotakkoord ‘Snow globes’ en ‘Basketball shoes’ klinkt de band uiterst krachtig en zelfverzekerd terwijl er moeiteloos geschakeld wordt tussen een fijngevoelig en groots geluid. ‘Basketball shoes’ schuurt zelfs even tegen de vibe aan van hun debuut aan (Slint en Sleep zouden fier zijn). Wood ruilt dan weer zijn karakteristieke spoken word in voor zanglijnen. De plaat sluit op die manier af met een triomftocht die verre van gestolen is en brengt daarmee een immens voldaan gevoel teweeg.
Het is wellicht stoutmoedig om te zeggen maar met ‘Ants from up there’ zet BC,NR een stap richting ‘de groten’ van de muziek. Niet dat ze reeds de merites hebben om een plek naast legendes op te eisen. Hun tentoongespreide branie en genialiteit om nummers als een perfect harmonisch geheel te laten klinken maakt wel duidelijk dat het potentieel aanwezig is. Alleen al het feit dat de band in staat is om een totaal ander gezicht te laten zien zonder daarmee enige sikkepit van kwaliteit of geloofwaardigheid in te boeten maakt hen tot één van de meest interessante bands van het moment.