Birth of Joy is een Nederlands powertrio dat rockmuziek brengt. Veel meer woorden hoeven daar niet aan vuil gemaakt worden. Want ook zij verkopen ons vanaf de eerste seconden meteen enkele rake vuistslagen waarna we even verbaasd rondkijken. Op hun tweede worp ‘Life In Babalou’ serveren de heren drie kwartier muziek die enkel maar rechtdoor wil. Hun werk is het muzikale equivalent van ruwe motorolie door je oren jagen: zo smerig klinkt het.
Opener ‘Smile’ begint met een strakke drumroffel, wat later valt er een orgel in en wanneer de gitaar volgt, krijgen we die meppen waar we daarnet al over spraken. Wanneer we de stem van de zanger horen, vragen we ons meteen af of dit de Nederlandse versie van Black Box Revelation is. Niet echt, zo blijkt. Waar BBR vooral voor bluesrock kiest, horen we bij Birth of Joy vooral een seventies rockgeluid. Als we tijdens het beluisteren van ‘Code Red’ wat aan Wolfmother moeten denken, zitten we dus waarschijnlijk dichter bij de waarheid. We horen een loodzware baslijn en het geheel klinkt als een blok massief graniet.
‘Not Much Time To Lose’ bezorgt ons meteen de meest catchy gitaarlijn van het hele album. Vanaf dit nummer is echter al lang duidelijk dat we van Birth of Joy geen innovatieve muziek moeten verwachten. Recycleren doen de Nederlanders gelukkig wel als de besten. Zowel hier als in opvolger ‘Know Where To Run’ horen we een orgel dat bewijst dat ook The Doors een grote inspiratie van deze jongens zijn. Dat laatste nummer lijkt op het eerste zicht een rustpunt op de plaat te zijn, maar niks is minder waar. Dit rustpunt duurt namelijk welgeteld 44 seconden. Wat zeiden we ook al weer over muziek die enkel maar rechtdoor wil?
Ook ‘Backstabbers’ probeert ons wat rust te schenken met een ingehouden, dreigende intro. Maar al snel verdrinkt ook dit nummer in de intensiteit die de plaat typeert. Dit resulteert in een psychedelische LSD-trip en meteen ook een tweede lied dat ons meteen bij blijft. In ‘No Big Day Out’ krijgen we vervolgens nog een gezonde portie surfrock voorgeschoteld en ‘Fat Fish’ geeft vlak voor het einde nog eens klaar en duidelijk aan de luisteraar mee waar Birth of Joy voor staat: genadeloze rockmuziek die je het liefst van al recht in het kruis trapt.
Tot nu toe niets dan goeds dus over dit trio, al hebben we toch enkele bemerkingen. Zo had een rustpuntje, al was het er maar eentje, niet misstaan op de plaat. Wanneer we over de helft van album zaten, bedachten we weleens dat we het allemaal al eens gehoord hadden. Dit wordt gelukkig gecompenseerd doordat de voor ons beste nummers in de tweede helft van het album te horen zijn. En de sound van de drums had dan weer wat minder bombastisch mogen zijn.
De grootste kritiek hebben we op de lyrics. Misschien komt het wel hierdoor dat we het been there, done that-gevoel krijgen tijdens het beluisteren. Want zanger-gitarist Kevin Stunnenberg mag dan wel een gitaarvirtuoos zijn, een geïnspireerde songwriter is hij niet. Flarden tekst komen net iets te vaak terug en erg veel diepgang lijkt er niet in te zitten. But hey: It’s only rock and roll, baby.
Birth Of Joy live zien kan binnenkort in Middelburg (De Spot, 24.05, info & tickets) en een 15-tal andere plaatsen. Check de website van Birth Of Joy voor de volledige kalender.
Album verdeeld door Suburban