Het was niet voor Gabrielle Smith van Ó (het vroegere Eskimeaux) hem een cd’tje van Phil Elverum in de handen duwde, dat Oliver Kalb echt wist wat voor muziek hij wilde maken. Met het oog op een zelfde doe-het-zelfgeluid knutselde hij daarna als Bellows in zijn slaapkamer drie platen vol fluisterende folk in elkaar, van een eigen smoel voorzien door prominente vocoders en percussie. De vierde plaat van de Amerikaan heet ‘The rose gardener’ en beschikt over een hoes met een boeiende, ‘22, a million’-achtige drukte. Helaas is de muziek zelf minder interessant.
‘Housekeeping’ begint nog meeslepend, maar vervalt daarna al snel in een zwak refrein. ‘Accidents happen’ mist karakter en een bestemming, en ook ‘Judgment’, ‘Stupidest thing’ en ‘What can I tell you about the world?’ kabbelen een eind weg. ‘In silence’ wordt opgehangen aan een al te makkelijk jolig synth-en drumlijntje, slotnummer ‘Count ‘em down’ duurt zeven minuten en recenseert zodoende zichzelf. Bellows’ vierde blinkt het grootste deel van de tijd uit in middelmatigheid: niets wil je per se afzetten, en niets wil je per se opnieuw horen.
Het grootste deel, want het is gelukkig niet ál middelmaat dat de klok slaat op ‘The rose gardener’. ‘Innocent in ignorance’ heeft een zekere melodieuze vredigheid over zich, terwijl de titeltrack weet te roeren met Kalb die zo zacht fluistert dat je oren ervan gaan tintelen. Een ander hoogtepunt en tevens het enige moment waarop de Amerikaan in de buurt komt van opwinding is ‘Denouement’, een stroom van gitaren en vocoders die zich aan een razend tempo voortstuwt – tussen al dat kabbelen zouden we het zelfs kolken durven noemen. Single ‘The tower’ doet met potige drums z’n best om die lijn aan te houden, maar klinkt daarnaast vooral weer iets te uitgedacht, iets te inspiratieloos.
Bellows’ vierde heet ‘The rose gardener’, en die titel vat het bij nader inzien wel een beetje samen: alles op dit album is keurig gesnoeid en groeit in met blinkende kiezelstenen omgorde perkjes. Mooi, maar niet spannend. Wat deze plaat een beetje mist, zijn doornige rozenranken die klimrek noch wandelpad respecteren en je met een uitgerafelde trui naar binnen sturen. Geef die tuinman volgende keer gerust wat vakantie, Oliver.