De personages in deze recensie (Flor en Eustache) zijn losjes geïnspireerd op de karakters waarmee Robert Schumann, romantisch componist en één van de vaders van de moderne muziekkritiek, zijn recensies bevolkte. Florestan (= Flor) staat voor de (romantische) vernieuwing en het onrustige. Eusebius (= Eustache) zoekt naar rust en introspectie. Steeds is het zoeken naar een verzoening tussen deze twee (schijnbare) uitersten. In discussies over ‘Thin walls’ kwamen deze aloude tendensen naar boven. Tijd om terug te grijpen naar ideeën uit het verleden, om discussies in het heden te beslechten? Ontdek het hieronder.
Toen Flor de kamer binnenkwam, had Eustache al uren naar Balthazars ‘Thin walls’ zitten luisteren. Hij verpinkte nauwelijks. Toen het schijfje was afgelopen, duwde hij meteen terug op de playtoets en nam een exemplaar van Reves ‘De avonden’ ter hand. Terwijl de muziek opnieuw voorbijkabbelde, sloeg hij voorzichtig en secuur de pagina’s om. Flor schraapte zijn moed bijeen en onderbrak dit vredige tafereel.
– “Ik ga het niet onder stoelen of banken steken, maar ik ben toch wel lichtjes teleurgesteld in deze plaat.”
Verbouwereerd keek Eustache op vanuit zijn roman. Zijn vragende gelaat smeekte om verdere uitleg van de immer voortvarende Flor.
– “Herinner je je de vlaag frisse wind die ‘Applause’ vijf jaar geleden bracht in de Belgische muziekscene? Herinner je je de aanstekelijke riffs, de messcherpe grooves en vooral de smerige hooks? Het was het heerlijke culminatiepunt van jaren gestage groei en aanzwellende beloftes. Opvolger ‘Rats’ was iets bedachtzamer, maar spuide weelderig zich in je brein vasthechtende melodieën. Ik mis de gretigheid en de honger die de Kortrijkse roedel vijf jaar geleden tentoonspreidde.”
Een ontzette Eustache rechtte de rug en zocht woorden voor een rake repliek:
– “’Applause’ is inderdaad al vijf jaar oud. Fukishima was nog een onbekend stadje in Japan. Isis was nog een onschuldige Egyptische godin en Obama was aan het bekomen van zijn eerste jaar in het Witte Huis. De wereld is veranderd en Balthazar ook. De groep steeg gestaag naar de eredivisie van het rockwereldje in de lage landen en sloeg haar tentakels uit naar het buitenland. Van Kortrijk ontgroeide jonkies zijn ze geëvolueerd naar geroutineerde kilometervreters. Als ik ‘Thin walls’ opleg, zie ik het tourbusje voor mij, cruisend over snelwegen. Ik ruik het warme asfalt. Ik voel de wind strelen over mijn gezicht. Sissend gulpt die bries door de halfgeopende autoruit binnen. Dit is het geluid van een zwervende band. Een groep mijmerende nomaden, de zon brandt op hun gelaat en de zandkorrels prikken in hun ogen.”
Flor trachtte zich in te leven in de vertelsels van zijn gesprekspartner, maar tevens de vinger te leggen op wat ‘Thin walls’ volgens hem ontbrak. Peinzend likte hij met zijn tong over zijn lip.
– “Ik mis de hooks die zich vasthaken in mijn geheugen. Ik verlang naar het chaotische en het roekeloze.”
Zijn immer snuggere gesprekspartner kennende, verwachtte Flor zich aan een extensieve repliek. Die kreeg hij ook.
– “Balthazar heeft zich een soort lijzigheid eigen gemaakt, een droge, wiegende vibe. Die wordt hier tot een ongezien niveau gepolijst en gestileerd. Minutieus is hun geluid gestroomlijnd. ‘Thin walls’ kent een ongeziene eenheid. Het is een schrander plaatje, vol gesofisticeerde details. Denk aan de nostalgisch schurende strijkers op single ‘Then what’, die vier songs later worden gereflecteerd in ‘Dirty love’. Let op de gammele gitaar in ‘I looked for you’ waar een krakkemikkig Tom Waits-bluesje wordt binnengesmokkeld. Smul ook van de gezapige toetsen koper op ‘True Love’ en van het opduiken van de band uit de stilte halverwege datzelfde nummer. Kippenvel. Heb vooral oog voor de eenheid. Een gelijkmatige feel overheerst het ganse plaatje. Het ritme waarop we de band bedachtzaam op het podium zien wiegen, is de lijm van hun sound.”
Eustache voelde hoe Flor begon mee te gaan in zijn redenering, vooral toen hij naast hem neerzeeg in de sofa om des te aandachtiger naar de voorbijglijdende liedjes te luisteren. “Soms wordt er iets te veel geneuzeld”, wierp hij op, in een laatste poging tot verzet.
Eustache zwaaide met ‘De avonden’: “Het hoort bij de donkerte en het sluipende fatalisme die in de composities zijn geslopen. Het is haast de onbestemdheid van Reves proza.”
Als Eustache met literaire referenties begon te kogelen, wist Flor dat hij zich gewonnen moest geven. Die kleine nederlaag werd bevestigd toen hij voelde hoe hij bij een volgende luisterbeurt steeds dieper in de stroom van de plaat werd gezogen. Het gebrek aan branie en beeldenstormerij zou hij vanuit zijn karakter blijven missen, maar hij snapte hoe zijn makker de diepgang, het evenwicht en de volheid, die hij immer zocht, in dit album gevonden had. Deze plaat was een ideale opstap tot het soort delicieuze contemplatie waar Eustache zich zo graag aan overgaf. In hun onenigheid zagen Flor en Eustache nu eenmaal hun vriendschap steeds opnieuw bevestigd. De twee tegenpolen hielden elkaar in evenwicht.
“Er is één ding dat je wel moet toegeven”, grijnsde Flor terwijl ze soesden in de sofa, “die hoes, is dat geen zoom op een pintje?” Beiden schaterden het uit. Ze luisterden, genoten en droomden weg in de roes.
Balthazar aan het werk zien kan binnenkort in Amsterdam (Melkweg, 13.05, info & tickets), Brussel (Koninklijk circus, 14.05, info & tickets), Rotselaar (Rock Werchter, 26.06, info & tickets), Brugge (Cactus Festival, 11.07, info & tickets), Luik (Les Ardentes, 12.07, info & tickets) en Braine-Le-Compte (Ronquières Festival, 01.08, info & tickets).
Album verschenen bij Pias