De ideeënpot van Balthazar lijkt een beetje op een snelkookpan. Na de reünie kwam het succesvolle ‘Fever’ met gelukzalige lui(st)ermuziek. Vol van enthousiasme en ideeën besloot het vijftal dus om zo snel mogelijk met nieuw materiaal te komen. ‘Sand’ is een voor de hand liggend verlengstuk van die reünieplaat: opnieuw horen we gladde en funky altpop met door soul en jazz geïnspireerde dansnummers. Misschien zijn we al te hard gewend aan het oerdegelijk Balthazar-geluid, maar veel meer dan dat kunnen we niet op de plaat waarnemen.
Hier en daar spotten we nieuwe interessante elementen. De huidige crisis opende de deur naar andere manieren van componeren en produceren. Door de opnames op afstand gebruikten ze, naar eigen zeggen, nooit eerder zo veel drumsamples. Dat horen we meteen op ‘Moment’. bekende Balthazargeluiden versmelten met subtiele elektronica en het lekker bollende baswerk van Simon Casier. Meer klassieke instrumenten zorgen voor een zuiderse feeststemming of de nodige variatie, iets wat we verderop nog een paar keer zullen horen. ‘I’m on a roll’ draaft het tempo op en wisselt af met de lager stemgeluid, falsetto’s en onversaagde blazers.
Daarnaast is ‘You won’t come around’ zeker wel het luisteren waard, opnieuw door het prachtige basgetokkel van Casier, maar ook het lenige stemwerk van Maarten Devoldere. Jinte Deprez verdient zeker evenveel kudos voor zijn Bee Gees imitatie op ‘Linger on’. We horen voor het eerst vrouwelijke stemmen op het funky ‘Hourglass’, dat vol loopt door uitstekend blaaswerk en baswerk dat op een contrabas lijkt. Onze absolute favoriet is ‘Passing through’, dat begint met een country gestemde gitaar en gaat oprukken met een techno beat. Als dat niet genoeg is zorgen wenende violen voor een dramatische toets.
Maar verder is de druk er af en de koorts gezakt. De formule van nonchalante funk en bijna iets te makkelijke popnummers klinkt goed in de oren, maar kunnen ons niet meer zo omver blazen. Het disconummer ’Losers’ trakteert op warme riffen en zachte falsetto’s, maar de refreinen kunnen de eenvoudige strofen niet opkrikken. ‘I want you’ brengt naast het hoofd knikkende ritme niet veel meer en gaat bijna vervelen. ‘Leaving Antwerp’ is opnieuw een makkelijk disconummer, maar ondanks de sax valt het niet op. Het ingetogen ‘Powerless’ klinkt als wat ouder materiaal en is als afsluiter niet sterk genoeg.
‘Sand’ is de metafoor voor een soort rusteloosheid, wachtend op iets zonder te weten wat, en daardoor het onvermogen om in het hier en nu toe leven. Die ongeduldigheid horen we heel duidelijk terug op het album. ‘Sand’ lijkt eerder de uitlaatklep waaruit zo veel mogelijk creatief materiaal moet ontsnappen. Het blaast ons omver, maar dan eerder als iets te sterk en te snel, dan iets verwonderend.