Het alternatieve Nederlandse popplatform 3voor12 tipte de IJslands-Nederlandse artiest Áslaug Vigfúsdóttir als één van de twaalf meestbelovende acts van 2020. Debuutsingle ‘Take from me’ werd al in de meeste Nederlandse ‘best-of’ lijstjes opgenomen. De twintiger schrijft en producet haar eigen nummers waarin ze de ziektekiemen van haar generatie ontleedt. De vier nummers van deze debuut-ep vormen tezamen ook een prachtige kortfilm.
Intronummer ‘If you will/hollow’ start traag, maar sterkt aan door melodische overschrijvende vocals. Op een natuurlijke manier mengt de Utrechtse songwriter piano en samples tot een speels geheel waarbij ze de verdwaalde gezangen door één deur leidt naar een dramatisch hoogtepunt. Ook ‘Take from me’ wordt rustig opgebouwd met een organisch-elektronische onderlaag die schijnbaar uit Four Tets computer komt. Het nummer is eerder klassiek opgebouwd, de synths houden het fris. Dat heeft ook zijn voordelen: een refrein dat drie keer wordt herhaald, blijft in je hoofd zweven. ‘I’m sorry’ en ‘In my head’ passen helemaal in Áslaug’s sonisch landschap: sterke zang, minimale elektronische samples en 80ies synths.
Bij haar observaties van de groeipijnen van haar generatiegenoten blijven we op onze honger zitten. Haar “anthem voor onafhankelijkheid”, ‘Take from me’, wordt niet echt geruggensteund door zinnen als “Take it baby, take from me” of “Trust me you leave me unbothered”. In ‘I’m sorry’ excuseert ze zich zoals een gemiddelde Tindermatch dat zou doen met “I don’t know why you’re not enough // sometimes I wonder if anyone ever will be”.
Áslaug creëert met haar debuut-ep sterke meerzinnige pop, die soms klein is en dan groots wordt. Bij momenten ontwaarden wij een schuifelende Maggie Rogers. Tenslotte kopen wij haar graag een groot mes, om de scherpzinnigheid van haar teksten mee bij te slijpen.