Hadden jullie al van Arkells gehoord? Wij ondertussen wel. De poprockgroep is redelijk bekend in hun thuisland Canada. Met twee Juno Awards in de hand (De Canadese tegenhanger van de Grammy’s) trachten de heren voet aan wal te krijgen in Europa met hun derde worp ‘High noon’
De eerste pianonoten die je hoort zijn die van ‘Fake money’. De muzikanten klinken er onstuimig en fris, als een hipper broertje van The Gaslight Anthem dat wat meer kaas gegeten heeft van radiohits. ‘Come to light’ heeft ook een catchy, herkenbaar refrein en dat is duidelijk één van de kwaliteiten van het viertal. Het lijkt wel zo dat dit trucje net iets té opzichtig wordt toegepast doorheen de cd. De strofes beginnen meestal rustig en bereiden het refrein voor dat baadt in theatraliteit en extra synthesizers. In ‘Cynical bastards’ horen we dan ook iets te veel The Killers om dit helemaal door de vingers te kunnen zien.
De band slaagt er wel in om zich tussen je oren te nestelen, luister maar naar het opgewekte ‘Hey kids!’ dat door de bluesy structuur en de meer gedurfde gitaar het algemene stramien van de plaat doorbreekt. ‘Leather jacket’ kunnen wij om dezelfde reden appreciëren. Ook bij deze song wordt het grote gebaar nooit volledig achtergelaten, toch wordt er anders mee omgesprongen.
De indruk die de derde van Arkells achterlaat is er één van een groepje dat bevriend is met de bombast. Soms hoor je Kaiser Chiefs voorbij wandelen. Het geheel klinkt niet altijd even verrassend, maar de deur naar de Amerikaanse stadions staat vast op een kier.
Album verdeeld door Suburban