Na enkele solo-projecten, een filmsoundtrack en een visueel album als ode aan koraal, is Animal Collective voltallig terug. Het viertal is niet meer in hun geheel samengekomen sinds het hyperactieve ‘Centipede Cz’ uit 2012. Ze stellen aan ons hun nieuwste album ‘Time skiffs’ voor. De indruk lijkt rustiger en meer gecontroleerd. Toch hebben ze aan hun speelsheid en kwaliteit niets ingeboet. Hoewel hun piek uit de nillies duidelijk voorbij is, blijven ze trouw aan hun geest en authenticiteit. Of er nieuwe fans aangetrokken zullen worden tot hun grotere oeuvre door deze lp is nog onduidelijk. Wat wél zeker is, is dat trouwe luisteraars niet teleurgesteld zullen zijn.
‘Time skiffs’ is overzichtelijker en volwassener van aard. Misschien heeft het iets met de leeftijd van de bandleden te maken? Het album laat ons namelijk een hernieuwde AnCo horen. Zo klinken ze minder chaotisch en maken ze amper gebruik van een oneindig aantal op elkaar geplakte arpeggio’s. Panda Bear bemant zijn goeie ouwe vriend de drum. Er is geen plaats meer voor wiskundige en geprogrammeerde percussie of samples. Een lichtvoetig jammend geluid primeert.
Hier en daar is er ruimte voor hun klassieke kinderlijke drukte waar accenten en gedreun naar je oren vliegen. Dit wordt echter vaak tegenover een atmosferische soundscape geplaatst in de intro of outro van een nummer. ‘Dragon slayer’ is een prachtige introductie op deze langspeler en stelt ons gerust dat kwaliteit verzekerd is. ‘Strung with everything’ doet met het slide-gitaartje denken aan George Harrison. Bovendien beelden we ons in dat live de befaamde spataders op Panda Bears voorhoofd en hals zullen verschijnen bij het harmonisch gezang en de feestelijke drums. Animal Collective lijkt te solliciteren om ingehuurd te worden als band voor een dans op een huwelijksfeest.
Qua tekst bekleden de nummers eerder typische thema’s: Op ‘Car Keys’ horen we ernstige ecologische vragen. ‘Cherokee’ bevat dan weer dagdagelijkse observaties en zorgen over het demystificeren van het hedendaagse leven. Avey Tares observaties op het nummer zijn poëtisch. Zijn romantische mijmeringen beginnen met “Late for its arrival / my mind’s begun to find / early peculiarities of how it defines time”. Deze scherpte en observaties doen denken aan ‘Kids on holiday’, een fan favourite uit hun vroegere werk.
De band biedt op de plaat voldoende beweging, kleur en gestoei om onze aandacht vast te houden. Hoewel naar het einde toe de nummers ‘Passer-by’ en ‘We go back’ enige richting missen, wordt dit volledig goed gemaakt door de afsluiter ‘Royal and desire’. Zeldzaam is dat Deakin hierbij de lead neemt. Deze afsluiter is misschien wel één van de mooiste en kwetsbare nummers van Animal Collective in het geheel. Het heeft een bepaalde verfijndheid die we sinds het nummer ‘Banshee Beat’ uit 2005 niet heel vaak meer gehoord hebben. Panda’s drumstel klinkt licht en mooi. Alsof het gepland was, zingt hij “Song shuts my eyes” net op het moment dat we dat ook doen.
Het geluid van dit nieuwe werk doet ons wel denken naar een gepaste context. Albums voelen als een geheel aan als hun slotnummer een sollicitatie is naar een nieuwe luisterbeurt. Met het sterke ‘Dragon slayer’ als start gaan we met plezier verschillende keren langs start. Maar wanneer moeten we dit luisteren? Er valt niet meteen een vertrouwde bezigheid of sfeer te plakken op wanneer en hoe we deze muziek het best in ons opnemen. Laat dit geen zwakte zijn van het album. Nee. Speel er juist mee, en verbindt het met zoveel mogelijk experiment en verwondering aan treinritten, break-ups en zondagochtenden.