Het Britse drietal schoot als een scud-raket de muziekwereld in dankzij onderscheidende crooner Joe Newman. De band wist gastronomische folk- en gospel te combineren met de prachtige (falsetto) van Newman in pittoreske liedjes. De intieme songs bereikten massa’s mensen en in een mum van tijd sloten ze opeens festivals af. To fast to soon, dus koos de band voor een geforceerde revamp met meer elektronica in hun sound verwerkt. Al leek ‘Relaxer’ vooral een soort paniekvoetbalplaat om hun sound op te smukken en minder omdat ze dat zélf wilden. Na een pauze (en herbronning) van maar liefst vijf jaar is de band terug met een return to form-album, een lappendeken vol minimalistische folktronica.
Qua albumopeners moet het hissen van een Coca Cola-blikje dat wordt geopend een nieuwe zijn. Toch blijkt ‘Bane’, los van die bijna afstotende intro, een prima begin. Het nummer zwelt, vergelijkbaar met ‘3WW’, heerlijk aan en snijdt verschillende passages aan. Het heeft de allure van een rockopera, maar steekt het kruit nooit echt aan. En dat hoeft eigenlijk ook niet.
Dat betekent niet dat er geen classic alt-J-nummers op het album staan. Het daaropvolgende ‘U&Me’ is zonovergoten nummer waar het drietal heerlijk lijkt te dansen tussen hun zwierige percussie. ‘Hard drive gold’ gaat voorts op dat opzwepende elan. De ietwat kitscherige manier waarop Newman “Gimme that fayahh” inzet, breekt het anders vrij catchy nummer open. Elders lijken tranenplakkers als ‘Happy when you’re gone’ en zeker ‘Get better’ hun effect niet te missen.
Op nummers als ‘The actor’ en ‘Chicago’ voel je de band op een vrij naturelle manier omspringen met elektronica-elementen. De aanslepende percussie en de funky synths geven het nummer een jaren tachtig-feel zonder dat de band hun eigenheid verliest in het nummer. ‘Chicago’ maakt dan weer gebruik van de soort ambiance waar ‘Deadcrush’ op ‘Relaxer’ je mee trachtte te vermorzelen. Dat doet het hier niet. Sterker nog, hier begeleidt de jengelende gitaren van de band om tot een soort engelachtige conclusie te komen.
Jammer genoeg kan de band de relatief sterke lijn van de eerste helft van de plaat niet tot het einde door trekken. Hoewel ‘Walk a mile’ veruit het langste nummer is, weet het binnen die looptijd weinig interessante dingen te brengen. Hetzelfde geldt voor ‘Delta’ dat even goed zelfs niét op het album had kunnen gestaan. Op ‘Losing my mind’ lijkt het dan weer alsof de band niet goed weet of het nu nog een ballad erin wil stoppen of niet. Het tempo van de percussie verraadt van niet. Toch sleept het nummer tergend aan. De manier waarop de band ‘The dream’ inzette met kleurrijke, voor zichzelf sprekende nummers fezelt tegen het einde van het album uit in vrij grijze muziek. Nochtans voelt het album, ondanks de aard en teksten van sommige nummers, productioneel vrij licht aan en sluit het via ‘Powders’ op een relatief lichte noot af.
alt-J brengt met ‘The dream’ een album uit dat conceptueel een pak beter samenhangt dan ‘Relaxer’. Het bouwt voort op enkele elementen die daarin tot in den treure werden gebruikt en werkt ze op een meer gedestilleerde manier af. Toch kun je je niet van de indruk ontdoen dat de tweede helft meer in z’n mars had om écht te overtuigen.
alt-J stelt op zondag 20 november ‘The dream’ voor in Vorst Nationaal (tickets & info).