In 2016 werden we lichtjes omver geblazen door Colin Stetsons herwerking van Gorecki’s derde symfonie: “De Amerikaanse multi-instrumentalist begeestert met een stormachtige compositie die gedachten doet dansen op een uiterst wankel platform”, schreven we toen. Onwaarschijnlijk genoeg overklast hij zichzelf op zijn nieuwste album ‘All this I do for glory’. Het is dan ook zijn verdienste dat hij de juiste manier heeft gevonden om klassiek geïnspireerde muziek hedendaags en intrigerend te laten klinken.
Stetson maakt geen platen waar je vrijblijvend naar kunt luisteren. Het vergt concentratie en de juiste context om deze overdonderende plaat te laten binnenkomen, en je moet daarbij de controle soms uit handen geven. Stetson creëert gedurende het hele album een narratieve context die eindeloos lijkt. In combinatie met de eigen verbeelding levert dat een enorm spectrum aan verhaallijnen op die kunnen opwellen tijdens het luisteren. Alsof er een muzikale Rorschach-test werd ontwikkeld; aan de hand van wat je uit de muziek puurt en welke associaties je legt, zegt dat iets over je persoonlijkheid.
Luisteren naar ‘All this I do for glory’ is als een proces waarbij overgave het meest essentiële ingrediënt is. Stetson doet verbluffende zaken met een vrij minimale middelen. De sax en andere rietblazers zijn toonaangevend en deviant in de sfeerschepping, de drum repetitief en de stem een opeenhoping van klanknabootsingen. Het repetitieve karakter is noodzakelijk om je in een trance te brengen, en de prachtige herhalingen vallen net daardoor op. Tijdens de titeltrack doen de stemklanken ons fantaseren over walvissen, en de muziek maakt de bijhorende natuurdocumentaire-beelden overbodig.
Na elke luisterbeurt hunkeren we naar de volgende, net omdat er telkens nieuwe verbindingen gelegd worden. De mogelijkheden zijn onbeperkt en het is dan ook niet verwonderlijk dat Stetson vaak als gastmuzikant wordt gevraagd (Tom Waits, Arcade Fire, Timber Timbre, Bon Iver…). ‘Like wolves on the fold’ start bijvoorbeeld als minimal techno en vindt langzaamaan zijn weg naar een avant-gardistische postrock-setting. Hij profileert zich als gedroomde partner voor vooruitstrevende muzikanten en bands. Een samenwerking met Michael Gira, Clark of Darkside zou interessante zaken kunnen opleveren.
Het geluid van de sax vertolkt de grilligheid van het leven, en die wordt omarmd tijdens ‘Spindrift’. Tijdens ‘The lure of the mine’ presenteert hij ons de schoonheid van nervositeit en verheft hij die tot een meeslepende kunstvorm. Het geheel heeft iets zeer natuurlijks over zich heen, ongerept, onvoorspelbaar, soms ook beklemmend en toch uiterst rustgevend, weids en passioneel.
Het is de bubbel van de verwachting, het gevoel van verlangen naar, die de reis zo waardevol maakt. Colin Stetson bevestigt ons dat niet de bestemming maar de tocht ernaartoe het doel zou moeten zijn. Want net daarin ligt het avontuur, de esthetiek, het verlangen, het onverwachte en de voldoening. ‘All this I do for glory’: de eer en glorie is niet aan de eindmeet te vinden, maar in de weg ernaartoe.