‘A thousand skies’ van Clap! Clap!; een bonte kaleidoscoop met verrassende wendingen.

door Joris Blondeel

Clap! Clap!, het eenmansproject van de Italiaanse producer, dj én jazzmuzikant Christiano Crisci, laat zich niet in hokjes steken. Luisteren we hier naar wereldmuziek of dance? Wat gedaan met de talrijke uitstapjes richting jazz, lounge of hiphop? Er zijn natuurlijk leidraden: Jah Wobble, Transglobal Underground, Temple of Sound en uiteraard de illustere Paul Simon kwamen allebei op een integere wijze tot een geloofwaardige symbiose tussen moderne westerse en traditionele wereldmuziek.

‘A thousand skies’ is vijftien nummers lang, en dat is wat van het goede te veel. Met uitzondering van een handvol spekgladde uitschuivers zoals pakweg ‘Nguwe’ (platjes) en Ar-Raqis (té platjes), horen we echter vooral kwaliteit en diepgang.

Neem nu de subtiele en gestage beats van ‘Hope’, waar hiphop-beats en een reeks etnische samples resulteren in een bijzonder genietbare track (met medewerking van het Berlijnse duo ‘Oy’, dat onderdak vond bij het fijne Brusselse Crammed-label). Of wat dacht je van ‘Ode to the pleiades’, waarop we ons in de Soukh van Damascus wanen. Even later glippen we ongezien een rokerige jazzclub in Manhattan binnen.

Zelfs de instrumentale tussendoortjes kunnen bekoren. ‘A witch interlude’ steunt op shakers, samples en percussie, terwijl ‘Decessus’ drijft op rainsticks, tribale zangen en fluit. Dan is er nog de de karaktervolle epiloog ‘Ascension psalm’, waar we tussen de gelaagde elektronica ook Pygmee-gezangen ontwaren. Nog een eervolle vermelding voor de onwaarschijnlijke, doch wonderwel geslaagde combinatie van olifant-getrompetter, hiphop-beats en 80s synths op ‘Elephant serenade’.

Om maar te zeggen: Christiano Crisci heeft duidelijk lef, visie en talent. Met ‘A thousand skies’ levert hij een eigenzinnig album af, dat toegankelijk genoeg klinkt om ook een breder te boeien – als ze tenminste de oogkleppen afdoen.