Op de affiche van More Music! 2018 prijken zowel Panda Bear, Carl Craig als Amenra bovenaan in grote letters. Het wordt zo in één oogopslag duidelijk dat Cactus Muziekcentrum en Concertgebouw Brugge een effort gedaan hebben om muzikale diversiteit te bieden. De line-up voor vrijdag 6 april kleurde dan weer hoofdzakelijk zwart-geel-rood. Naast de show van Panda Bear werden we binnen de muren van het Concertgebouw vooral ondergedompeld in een uiteenlopend aanbod aan artiesten uit het Belgische muzieklandschap.
Die trip door België begon met Vaal. De Gentse ambient/new wave-formatie mocht in de Kamermuziekzaal de avond aftrappen. De unieke zaal bleek met zijn uitstekende akoestiek zeer dankbaar voor de donkere sound van het trio. De stem van Arjen Verswijvelt sneed intens door merg en been, wat het gitzwarte klankenpalet alleen maar benauwender maakte. Boven brede nocturne soundscapes schiep de band een broeierige sfeer met een set waar er evenwichtig afgewisseld werd tussen saxofoon en in reverb gedrenkt gitaarspel. Bij momenten leek het allemaal zeer stoïcijns, maar daar braken de industriële drums regelmatig doorheen om een welkome, maar spaarzame dynamiek te bieden. Het leek alsof de groep met zijn muziek slaapparalyse-hallucinaties van een gepaste soundtrack wilde voorzien, een opzet waar het drietal knap in is geslaagd – ondanks de streepjes zonlicht die zo vroeg op de avond nog schenen door de zaal.
Met een nogal strakke timetable (slechts vijf tot tien minuten tussen de acts door) waren we in elk geval tevreden dat de Kamermuziekzaal en de Concertzaal recht tegenover elkaar lagen. In die laatste wachtten de Gentenaren van Madensuyu ons namelijk op. Het tweetal maakte in het verleden al naam met bijtende gitaarmuziek. Op hun laatste album ‘Current’ wisselden ze de snaren echter in voor pianotoetsen, wat tot de verbeelding sprak over hoe dat live zou klinken. Aanvankelijk leek het alsof de opstelling even statisch was als die van Vaal, met Stijn Ylode De Gezelle aan de piano en drummer Pieterjan Vervondel ernaast. Dat bleek al snel een foute gedachte. Na een schrome piano-intro werden we getrakteerd op een intense virtuose die het explosieve drumwerk aansterkte. ‘Breathe, sail on’, ‘A current’ en het immer bezwerende ‘One more time’ kwamen op die manier even schitterend als de bijhorende stroboscopen uit de verf. Bij beiden droop ook visueel de passie ervan af.
Voor ouder werk greep De Gezelle terug naar zijn gitaar, waarmee de band enkele heuse geluidsmuren wist neer te zetten, zoals in een bruisend ‘Days and a day’, dat vakkundig werd opgebouwd; “It’s glory”, inderdaad. Ook publieksfavoriet ‘Ti:me’ haalde als afsluiter van de set met die opzet zijn slag thuis, waarna ze naar eigen zeggen plaats moesten maken, “want sebiet komt Papa Bear.” In de vorm van een pletwals met de naam ‘Fafafafuckin’’ was er toch nog tijd genoeg voor een schreeuwende bis. Uiteindelijk verzocht de band ons om genoeg te drinken, “want ’t is warm.”
Met die levenswijsheid indachtig zochten we verkoeling bij Wwwater in de Kamermuziekzaal, waar de sympathieke Charlotte Adigéry met haar danspassen gracieus het podium wist in te nemen, zonder haar knoppenman en drummer helemaal naar de achtergrond te schuiven. Starten deed ze, net als op haar ep ‘La falaise’, met een bedaarde ‘Presence’. Die intro lengde ze aan met een uitvoering van Harry Belafonte’s ‘Merci bon dieu’. ‘Wwwater’ tekende daaropvolgend al voor een vroeg hoogtepunt in de set, waar vooral de onberispelijke afwisseling tussen kopstem en diepere zang van de frontvrouw imponeerde. De vocale acrobatie van Adigéry werd verder in het optreden niet minder indrukwekkend. ‘Never nuff’ en energiebom-van-jewelste ‘Screen’ als apotheose vertaalden zich tot overweldigende kleppers. Met de bravado en urgentie van een echte punkartieste schipperde Adigéry sierlijk tussen frèle, sensuele zang en briesend geschreeuw. Wwwater kroonde zich zo krachtig tot een van de hoogtepunten van de avond. Dat dit het optreden was waarbij ik het minste notities heb gemaakt, getuigt daar dan ook van; Wwwater maakt nu eenmaal muziek waarbij een statische positie behouden moeilijk is.
Daarna was het tijd voor Panda Bear in de Concertzaal. Het Animal Collective-lid kwam zonder veel woorden in een hoodie het podium opgeslenterd en nestelde zich achter zijn knoppen en micro. Buiten een beleefde “thank you” op het einde en een shout-out naar de maker van zijn visuals was er eveneens geen sprake van bindteksten. De Amerikaan liet liever zijn muziek voor zich spreken. Beginnen deed hij – hoe toepasselijk – met ‘Nod to the folks’, een nummer uit zijn laatste ep ‘A day with the homies’, die enkel op vinyl werd uitgebracht. Het was als dansbare aanvang uitnodigend, maar veeleer een valse start. De songs leenden zich naarmate de set vorderde namelijk steeds minder tot benenwerk en meer tot een waaier van moeilijk doordringbare psychedelische pop waar de artiest meester in is. De set was naast recent uitgebrachte nummers als ‘Part of the math’, ‘Sunset’ en het schuifelende ‘Flight’ bezaaid met nog meer nieuw, onbekend werk. Uit zijn oudere oeuvre waren ‘Boys latin’ en ‘Crosswords’ de enige relikwieën. De artiest stelde zo het avontuur voorop, waarbij hij nagenoeg alles in elkaar liet overvloeien tot een lang uitgesponnen LSD-trip, met hier en daar een onverwachte uithaal of een snerpende noise-injectie (‘Buoys’).
Bij momenten overheerste het meanderende gevoel net iets te hard, maar over het algemeen hield de gedrogeerde off-beat psychpop-formule goed stand. Mocht het dat niet geweest zijn, wisten de visuals je wel in een trance te brengen. De hele set lang dansten vrouwen in verscheidene vormen en outfits zich een weg door schreeuwerige kleuren en flitsende strobo’s heen. Dat maakte het voor Noah Lennox gemakkelijk om zichzelf weg te cijferen en vanop afstand een eigen wereld te creëren die hij met verwrongen electronica en scherpe stem vakkundig beheerste.
Als afsluiter bracht Bruggeling Dijf Sanders samen met zijn saxofonist-fluitist zijn exploten in het buitenland voor de Kamermuziekzaal. Voor zijn laatste plaat ‘JAVA’ trok de muzikant naar Indonesië om zich onder te dompelen in de lokale cultuur en muziekscene. Field recordings en opnames met plaatselijke muzikanten kregen van de muzikant een westerse touch, vaak met een lounge-achtige vibe en soms lichte dub-invloeden. Hoe gelaagd en rijk de nummers op zich ook waren, als geheel klonk het vaak iets te vrijblijvend en miste het optreden wat punch om de aandacht vast te houden. Dat maakte Sanders deels goed met humoristische bindteksten – het was een thuismatch, dus met Brugs accent voor de gelegenheid – waarin hij de verhalen achter zijn liedjes uit de doeken deed. Hoe dan ook waren die verhalen vaak memorabeler dan de muziek zelf.
Cactus Muziekcentrum en het Concertgebouw organiseren in het kader van More Music! nog optredens van onder andere Alex Cameron (7.4), Carl Craig (7.4) en Amenra (8.4). Verder staan bij Cactus Muziekcentrum nog Peter Broderick (19.4), Grouper (3.5) en Bed Rugs (22.6) op het programma. Voor een volledig overzicht en tickets klik je hier.