Naar goede gewoonte besteedden we het voorbije jaar weer heel wat aandacht aan Belgische muziek. Naast Verse vangst, waarin wekelijks vijf nieuwe nummers onder de loep kwamen (van radiobekende pop tot talentvolle producers in de kinderschoenen), deden we premières van onder meer Rumours, Schaduwland en SeizoensKlanken en livesessies met Blackie & The Oohoos en Krankland. Dat de muzikale poel aan kwaliteit, kwantiteit én diversiteit in België ongelooflijk rijkgevuld is, moeten we je dus eigenlijk ook niet meer uitleggen. Om dat alles in schoonheid af te sluiten, is hier nog een handig overzicht van welke albums, ep’s en mixtapes van eigen bodem uit 2016 je minstens één keer moet beluisterd hebben.
En dan maar meteen het harde werk als aftrap. Uiteraard was Cocaine Piss een van de livesensaties van het jaar, maar op plaat zijn de nummers van debuut ‘The dancer’ evengoed perfecte noisekopstoten van gemiddeld anderhalve minuut – Steve Albini leverde hier duidelijk beter werk dan bij Kapitan Korsakov. Ook industrial-punkduo Onmens deed dit jaar liters extra zweet vloeien doorheen menige venue: met rauwe beats, riffs en vocals etaleren ze op ‘Witruimte’ alvast mooi wat dat zoal kan betekenen. Wevelgemse sludgemetalband Steak Number Eight pakte het op ‘Kosmokoma’ ingenieuzer én psychedelischer aan – Europese supports van Mastodon waren dit jaar terecht hun deel. Frontman Brent speelt daarnaast ook in Raveyards: op hun mini-album ‘KYEM’ hoor je de lekkerste mix van zachte noise, zware electronica en ijle triphop. En zo is het via Stefanie Mannaerts maar een klein stapje naar de eerste ep van Rumours: zangeres Hannah Vandenbussche creëerde met haar band een unieke, indringende sound in de donkerste elektronische sferen, met randjes witch house en voorzichtige techno – shamanhop in hun eigen woorden.
Meer stevigheid kwam er dit jaar uit de b(l)oeiende garagerockscene. Door ons steevast nationale vaandeldragers van het genre genoemd, leverden Double Veterans met ‘Space age voyeurism’ een garagepsych-album van internationale allure af. In dezelfde lijn, maar met een paar gram (pun intended) bluespunk meer, ligt het Oostendse duo The Glücks – energie met ho-pen op ‘Youth on stuff’. Wat meer lofi maar even rechttoe-rechtaan, da’s het Antwerpse MOAR, dat met ‘I wanna horse’ een fijn cassetje onder de arm heeft. Shoegazeband Newmoon bracht dan weer z’n langverwachte debuut ‘Space’ uit, waarop ze hun volle, melodieus aandoende sound perfect weten te vatten. Ten slotte was er ook het debuut van Luikenaars It It Anita, die de voorbije maanden live een ware sensatie bleken – al toont ‘AGAAIIN’ ook heerlijk waar de postpunk-/noise-/whateveralshetmaarknalt-band voor staat.
Schuiven we door naar de popbands (hoewel dat nergens helemaal de lading dekt, maar kom), dan wezen de hoofden in 2016 haast als vanzelf naar een paar eigenzinnige groepen. Helaas alweer ‘wijlen’, maar Soldier’s Heart had dit jaar ‘Night by night’ uit: een mooie combo van oud en nieuw materiaal, op aloude wijze flirtend met slimme electropop en catchy vocalen. Sylvie was uiteraard ook te horen op ‘We fucked a flame into being’, het intrigerende debuut van Warhaus – Maarten Devoldere toonde er verbluffend mee aan dat z’n artistieke grenzen niet eindigen bij Balthazar. En wie speelt er nog bij Warhaus? Juist, Jasper Maekelberg. Het productiewonderkind werkte met zijn eigen Faces On TV een eerste ep af, ‘Traveling blind’, waarvan je minstens één intrigerend nummer wel al érgens hoorde: aan airplay geen gebrek. De Brusselaars van Robbing Millions, dan. Zij vonden het na twee ep’s duidelijk tijd voor een langspeler. Dat zelfgetitelde album staat garant voor grillige, licht psychedelische en vaak dansbare altpop. Ten slotte wist ook ‘Wanderrooms’ van Krankland ons te bekoren: ex-Little Trouble Kid Thomas Werbrouck verkent rustig verschillende hoekjes van het muziekspectrum aan de hand van indiesongs, ballads en quasi alles daartussenin.
Voor wat er in het binnenlandse electronicalandschap uitkwam, heeft een mens eigenlijk een hele longread nodig, maar een aantal essentials geven we toch graag mee. Zo leverde Hiele – de Aphex Twin van Antwerpen – ‘Ritmische bezinning’ af: een broeierig en knisperend album vol vreemde synths en hoekige ritmes. Iets atmosferischer, maar met evenveel voeten in de Warp-zandbak staat Milan W. Zijn elektronische soloplaat ‘Intact’ is een amalgaam van zachte klanktapijten en subtiel rollende percussie. Percussie is daarnaast in overvloed te vinden op Dijf Sanders’ plaat ‘Moonlit planeterium’: bakken exotica, beetje jazz, beetje reggae – aanrader voor al wie fan is van een muzikale kruisbestuiving. Fans van Arca en andere ijle, diepe (tegelijk, het kan ja) electronica moéten dan weer ‘Motion’ van SKY H1 beluisteren. Onze landgenote liet zich al meermaals gelden als top binnen het genre – je wordt niet zomaar getekend door Visionist en Bill Kouligas. Om de verscheidenheid opnieuw eens te illustreren, halen we nog ‘Dust’ van Oaktree aan. Meer dan op z’n vorige ep’s klonk Adriaan De Roover dit jaar klassiek geïnspireerd: vaak beatloos en opgebouwd rond harp en strings – het maakt zijn muziek des te spannender.
(Eervolle vermeldingen zijn er voor Kassett, ssaliva, Samuelspaniel en zoveel meer.)
Nog te vaak beperkt tot steeds dezelfde (Vlaamse) namen: de hiphop. Daarom richten we ons meteen naar de hoofdstad, waar collectief STIKSTOF al een paar jaar de vinger op de urbane wonde legt. ‘STIKSTOF /02’ is een intense mixtape – in de hand gewerkt door ongewoon duistere producties en dat vette Brussels accentje bij elk van de vier heren. Goeie maatjes met de Franstalige Roméo Elvis zijn ze ook, en die bracht met Le Motel als beatmaker de ep ‘Morale’ uit: rustiger, maar even uniek en overtuigend. Verder was er FRIS uit Leuven, die ‘U hungry?’ uitbracht op het Duitse UKNOWY-label: een cassette vol euhm, frisse en funky instrumentals. Stadsgenoten Uphigh Collective zwierden dit jaar maar liefst twee ep’s online. Zowel ‘Phonemica’ als ‘Monomade’ sleuren je mee in stevige trapbeats en harde future bass. Iets weirds dan om dit deeltje mee af te sluiten: Wulfy Benzo en zijn ‘Winter’s phenex’. Url’s als songtitels, wazige producties en een stem als Drake aan de ketamine – en dat klinkt minder toegankelijk dan het eigenlijk is.
En dan hebben we nog de jaaaazzzz, een genre dat de laatste tijd serieus uit z’n niche aan het kruipen is. Enorm divers vertegenwoordigd ook in België, en wie anders dan Lander Gyselinck heeft daar een groot aandeel in? De STUFF.-drummer bracht zowel met LABtrio als met BeraadGeslagen een plaat uit. Voor de gelegenheid uitgebreid met twee New Yorkse jazzmuzikanten was er van die eerste band ‘The howls are not what they seem’, zijn project met Fulco Ottervanger leverde dan weer een leuk ep’tje af vol onvoorspelbare electronica en rare vocalen. Andere spilfiguren in het wereldje zijn Bert Dockx, Frederic Jacques en Steven Cassiers: van hun instrumentale Dans Dans kwam in 2016 al een vierde, best psychedelisch album in de rekken. Het jonge piano-drumsduo SCHNTZL rees het voorbije jaar snel aan het jazzfirmament – ze creëeren op hun titelloze plaat een eigenwijs geluid vol knipogen naar klassieke én elektronische sferen. Eindigen doen we met iets exotisch: Black Flower en hun ‘Artifacts’, dat gevuld is met groovy baslijnen en sidderend fluitspel van allerlei soort. Samengevat: dansbare ethio-jazzvibes.
Foto’s van Cocaine Piss, It It Anita en Soldier’s Heart door Imke Van Steenkiste, foto’s van Oaktree en Lander Gyselinck van Agathe Danon.